Toveren met heksen

by Merlin Sythove

Het woord heks heeft in de loop der eeuwen verschillende betekenissen gekend. Ook nu ontstaan er nog nieuwe invullingen van dit woord, en is er veel verwarring. Daarom hieronder een overzicht. Met het woord heks kun je tegenwoordig allerlei kanten op. Niet iedereen die zich heks noemt, doet of gelooft hetzelfde. Om spraakverwarring te voorkomen is het handig als je wat van deze definities afweet, en bij gelegenheid even informeert in welke betekenis iemand het woord gebruikt. Dit artikel geeft niet alleen een overzicht van de verschillende definities die in omloop zijn, maar probeert ze daarna ook in een historische context te zetten.

 

Een paar definities

1. De vervolgde heks

De heksenvervolgingen vonden plaats aan het begin van de verlichting, de renaissance, ofschoon de aanzet via pauselijke bullen al veel eerder, in de middeleeuwen, werd gegeven. Deze heksen zouden handlangers van Satan zijn geweest, maar de “bekentenissen” werden meestal onder dwang of foltering afgelegd en zijn dus niet erg betrouwbaar. Dit soort heks komen we nu niet meer tegen, maar vervolgingen vinden uiteraard nog steeds plaats, overal op de wereld, waaronder vervolgingen van heksen (kwade tovenaars) in landen als Tanzania.
De enigen die in het westen een link hebben met Satan zijn uiteraard de Christenen, en de Satanisten, waarvan de vrouwen zichzelf ook wel heks noemen.

2. De sprookjesheks

In sprookjes zitten heel veel oude waarheden en wijsheden verborgen. Archetypische beelden, zoals Jung het noemde, die ons dingen vertellen over onszelf, onze ziel. Sprookjes, mythologie, sagen en legenden, en ook sommige moderne fantasy vormen een fijn en veelomvattend gebied om je in te verdiepen.
De sprookjesheks, of de archetypische heks, komen we heel regelmatig tegen als we ons met de moderne hekserij (wicca) gaan bezig houden, namelijk als beeld voor diverse ontwikkelingen of groeiprocessen die we innerlijk doormaken.

3. Het kruidenvrouwtje

Het kruidenvrouwtje is iemand die bezig is met kruiden, edelstenen, amuletten en natuur- of volksmagie. Zij probeert anderen te genezen. Voordat je hiermee ook echt kunt werken, zul je een lange studie moeten volgen, want het werken met kruiden is niet zonder gevaren. Er zijn overigens erkende opleidingen in kruidengeneeskunde, fytotherapie, bach bloesemremedies, lithotherapie (edelstenen) en nog veel meer!

4. De feministische heks

De heksen zijn terug! Vrouwen gaan op zoek naar hun verborgen erfgoed, en claimen de term heks of feeks als geuzennaam.

5. De moderne heks, priesteres of priester

De Moderne Hekserij of wicca is zowel een religie, (met een Godin en een God, jaarfeesten, volle-maans-vieringen, overgangsrituelen bij geboorte, puberteit, huwelijk en dood, enzovoort), als ook een inwijdingsweg, waarin je priesteres of priester wordt. Naast het vieren van de religieuze feesten leer je met magie te werken. Deze weg is een roeping, een zwaar pad van zelfonderzoek, groei en ontwikkeling (met andere woorden een mysterietraditie) waarin veel aandacht wordt geschonken aan de religieuze kant. Het einddoel is om ook werkelijk als priesteres of priester te gaan functioneren, dat wil zeggen als iemand die andere mensen in hun geestelijke ontwikkeling kan bijstaan en helpen.

6. De moderne solo-heks

Omdat lang niet iedereen tot een coven kan of wil toetreden, is sinds de jaren ’90 ook de solo-hekserij in opkomst. De inhoud van het woord heks is hier nog lang niet uitgekristalliseerd, iedereen noemt zichzelf heks en vult dat min of meer naar eigen believen in.

 

De ontwikkeling van het woord heks

Het woord heks is, in de betekenissen van de heks uit de heksenvervolgingen, en de sprookjesheks, (vermeld onder 1 en 2), uiteraard gewoon het taalkundig erfgoed van onze westerse beschaving. Sommige mensen gebruiken dit argument om het feit dat ze zichzelf heks noemen te legitimeren. Ze willen zich daarmee tegen Gardner’s nieuwe invulling afzetten, terwijl ze wel degelijk met diezelfde nieuwe invulling van hekserij bezig zijn, dus met natuurreligie, andere mensen helpen, kruiden, jaarfeesten enzovoort. Dat is uiteraard erg onlogisch.

Het ‘kruidenvrouwtje’ (3) heeft zeker ook werkelijk bestaan – professor Ronald Hutton heeft in The Triumph of the Moon een heel hoofdstuk gewijd aan cunning folk, charmers and witches. Daarin wordt overduidelijk dat oude ambachten als astrologie, handlezen, kaartleggen, waarzeggen, ziekten genezen, kruidenkunde, magische spells, amuletten, talismans en nog veel meer werden beoefend door een groot scala aan wijze vrouwen en mannen. Wat echter ook onomstotelijk vaststaat, is dat deze mensen geen heks werden genoemd (en dat al helemaal niet zelf deden!), en bovendien overwegend christelijk waren. De enigen die abusievelijk de term “witte heksen” voor deze mensen gebruikten was een handvol academische verzamelaars van folklore. Degenen die in feite op dit moment de traditie van deze cunning folk voortzetten, zijn de new age therapeuten (als ik het zo even oneerbiedig mag samenvatten).

Het feministische gebruik van het woord heks (4) lijkt voornamelijk een geuzennaam te zijn zonder religieuze betekenis.

De moderne heks, priesteres of priester van een natuurreligie, is een invulling van het woord heks die we aan Gerald Gardner hebben te danken. Gardner voegde daarmee een nieuwe definitie aan het woord heks toe: de heks als priesteres of priester van een natuurreligie. Gardner leefde uiteraard niet in een vacuum: mensen als Leland en Murray hadden de weg al geplaveid om het woord heks deze nieuwe betekenis te gaan geven.

 

Gerald Gardner

De sleutelfiguur in de huidige interesse in hekserij is Gerald Gardner geweest. In de jaren ’50 publiceerde hij twee boeken over Moderne Hekserij of “Wica” zoals hij het schreef. In Gardner’s tijd, en zeker ook nog na zijn overlijden (in 1964) tot aan de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw, waren hekserij, moderne hekserij en wicca, synoniem. Wicca was het woord voor de stroming, en als je in de wicca werd ingewijd dan werd je heks en priester of priesteres.

Gardner zelf heb ik niet meer gekend. Ik ben halverwege de jaren ’70 geïnteresseerd geraakt in de wicca, en na veel omzwervingen en een lange zoektocht samen met mijn vrouw in 1979 ingewijd in Engeland, waar we ook onze opleiding hebben gekregen. Daar werden we opgenomen in een netwerk van heksen, waaronder mensen van onze eigen generatie zoals Vivianne Crowley (bekend schrijfster over wicca).

Gardner is dus degeen die het woord wicca heeft geïntroduceerd, en het synoniem Moderne Hekserij dat is afgeleid van de titel van Gardner’s boek “Witchcraft Today”. Daarmee werd het woord heks uitgebreid met een nieuwe definitie, “ingewijde in de wicca”, priesteres of priester van een natuurreligie en heks.

Als heks (wicca) werk je met natuurmagie, met kruiden, stenen, amuletten, talismans, met astrologie en de pendel of wichelroede, en met spells en charms, betoveringen en bezweringen, maar… altijd ingebed in het religieuze raamwerk van de wicca. Dit raamwerk omvat het geloof in goden, in de Godin en de God, in natuurkrachten en natuurgeesten, het vieren van de jaarfeesten en maanfeesten, vereren van voorouders, en dergelijke.

Dat Gardner’s werk niet zomaar uit de lucht komt vallen en de wicca ook absoluut geen bedenkseltje van één persoon is, wordt duidelijk als je Gardner’s overige werk leest, zijn biografie en het werk van Philip Heselton.

 

Erfheksen

Buiten Gardner’s wicca bestonden er geen mensen die zichzelf heks noemden. Wel traden er nadien steeds meer mensen naar voren die claimden erfheksen te zijn (hereditaries), en wiens geloof en gebruiken min of meer leken op wat Gardner had beschreven. Van sommige van deze groepen is het overduidelijk dat het om verzonnen claims gaat – er zijn teveel elementen aanwezig die aantoonbaar van Gardner of Doreen Valiente afkomstig zijn. Andere groepen wijken voldoende duidelijk af en zijn intern ook consistent genoeg om aan te kunnen nemen dat het inderdaad om een oude variant gaat. Deze groepen noemen zichzelf van origine geen wicca, en al helemaal geen heksen. Ze hebben dit gebruik hoogstens geadopteerd. Onthou dat Gardner het woord wicca heeft geintroduceerd, het oud-engelse woord voor heks, maar nu als eigennaam voor de stroming. Er zijn dus wel degelijk authentieke groepen die we, in Gardner’s woorden, als erfheksen zouden kunnen omschrijven, maar er zijn zeker ook groepen met een fraaie verzonnen achtergrond. Alleen een grondige kennis van de wicca en daaraan gerelateerde stromingen kan hier uitsluitsel geven.

Wicca als inwijdingstraditie en mysterietraditie
Binnen de inwijdingstraditie die de wicca nu eenmaal is, maak je een behoorlijk sterke persoonlijkheidsontwikkeling door, een stuk innerlijke groei, waarbij je moet leren om je zwakke en zwarte kanten van je persoonlijkheid te aanvaarden en te transformeren. Je kunt dit proces omschrijven als het in contact komen met de archetypische (sprookjes-) heks in jezelf. Dit proces wordt ook wel omschreven als “ego-transcendence”. Dit aspect, zeg maar ‘de weg naar binnen’, wordt ook wel omschreven als een mysterietraditie. Het gebruik van de Kunde, de praktische hekserij met betoveringen en bezweringen dus, is ingebed binnen dit ethische raamwerk en wordt grotendeels bewaakt door de coven waarin je werkt, en de Hogepriesteres en Hogepriester, die dit pad van spirituele ontwikkeling al een stuk hebben afgelegd. Ook je spirituele ontwikkeling speelt zich af binnen de veiligheid van de coven, waarbij de rituelen dienen als katalysator voor het in gang zetten van dit groeiproces.

De Moderne Hekserij is geen optelsom van diverse onderdelen, maar een integraal geheel, een gestalt, die een bepaalde werking heeft voor de ingewijden. De gestalt als geheel – heksen zelf zullen het eerder een “wezen” noemen – helpt bij het proces van groei, ontwikkeling en ego-transcendence. De groep van ingewijden weet uiteraard hoe dit proces werkt – ze hebben het zelf meegemaakt en doorgemaakt. Het is zinvol om hier nogmaals te benadrukken dat het hierbij niet gaat om boekenkennis maar om ervaring.

De Moderne Hekserij of wicca als inwijdingstraditie bestaat uiteraard nog steeds. Het is een zwaar pad dat lang niet iedereen aanspreekt. Ook is het niet voor iedereen mogelijk om zich bij een coven aan te sluiten omdat er relatief weinig covens zijn. Anderzijds werd in de loop der jaren ’80 en ’90 de hekserij wel steeds populairder. Een niet aflatende stroom van boeken, o.a. van de uitgeverij Llewellyn in Amerika, maakte de ideeën uit de wicca toegankelijk voor een breed publiek. Een publiek dat graag iets met Moderne Hekserij wilde doen, maar vaak ofwel geen toegang had tot de bestaande beperkte covencapaciteit, ofwel geen behoefte had om de zware inwijdingsweg op te gaan.

 

Moderne solo-hekserij

Omdat lang niet iedereen tot een coven kan of wil toetreden, is sinds eind jaren ’80 ook de solo-hekserij in opkomst. Daarbij gaat het principe van inwijding en geestelijke ontwikkeling binnen de veiligheid van een groep natuurlijk verloren. Er ontstaat dan als het ware een splitsing, waar bij een aantal onderdelen, die een integraal onderdeel zijn van de Moderne Hekserij of wicca, uit het totaal zijn gehaald en zijn verzelfstandigd. Het duidelijkst is dat te zien in de uitsplitsing naar religie, het vieren van de jaarfeesten; en magie, het werken met natuurmagie.

Religie is voor wicca’s…

Het splitsingsproces dat zich op dit moment aftekent, een ontwikkeling die al sinds eind jaren ’80 aan de gang is, maakt twee belangrijke aspecten los uit de Moderne Hekserij: religie en magie. Mensen vieren alleen of samen met een paar vrienden bijvoorbeeld de jaarfeesten of de volle maansfeesten, en beleven daarin de religieuze kant van de wicca. Magie komt daarin meestal niet voor. Wanneer men bijvoorbeeld spreekt over de magische cirkel, dan wordt daar een religieus ritueel mee bedoeld.

Deze stroming heeft het woord wicca gekozen om de religieuze activiteiten mee aan te duiden. Historisch heeft men deze invulling uiteraard aan Gardner te danken: de hekserij als religie, en heksen als priesteressen en priesters. Maar zodra men de magische kant van de wicca weglaat, en geen opleiding en training binnen een coven volgt, is het natuurlijk geen wicca meer zoals Gardner die beschreef.

Magie is voor heksen…

Het tweede aspect dat zich losmaakt uit de wicca is de magie. Mensen gaan aan de gang met spells en charms, betoveringen en bezweringen, vaak in samenhang met natuurmagie en vakgebieden als kruidenkunde, werken met kleuren, edelstenen, kaarsen, en divinatie zoals de tarot, astrologie of de pendel. Het religieuze aspect is hier afwezig of ondergeschikt, en kan ook door een andere religie worden ingevuld, zoals het Christendom of meer New-Age achtige religieuze ideeën.

Deze stroming heeft het woord heks gekozen om de magische activiteiten mee aan te duiden. Hutton heeft in The Triumph of the Moon duidelijk aangetoond dat het woord heks hier misplaatst is. Mensen die met alternatieve therapieen bezig zijn, met astrologie, tarot, kruidengeneeskunde, maar ook met spells en charms enzovoort, werden cunning folk genoemd. Tegenwoordig vertegenwoordigt de groep new age therapeuten in feite deze stroming. Heksen daarentegen waren (historisch) anti-sociale eenlingen die magie voor eigen gewin of wraak gebruikten.

De huidige situatie

Het splitsingsproces is nog in volle gang en lang niet afgesloten. Zo zijn er bijvoorbeeld geen opleidingen die functioneren binnen de twee afzonderlijke onderdelen religie en magie, maar moeten mensen als solitaire heks op eigen houtje aan het werk. De opleidingen die er wel zijn, binnen de wicca, betreffen altijd de oorspronkelijke totaliteit, de inwijdingsweg, de mysterietraditie, de combinatie van natuurreligie en magie.

Solo-heks of solo-wicca?

Een tweede kenmerk waaruit blijkt dat de splitsing nog in beweging is, is de verwarring rond de terminologie, waar dit artikel dan wat helderheid in probeert te scheppen.

Degenen die alleen met het religieuze aspect aan de gang gaan, die claimen het woord wicca voor hun nieuwe deelstroming. De oorspronkelijke wicca wordt dan maar “ingewijde wicca” of “coven-wicca” of British Traditional Wicca genoemd, om toch weer een verschil aan te kunnen brengen.

Degenen die alleen met magie aan de slag gaan, en geen boodschap hebben aan het religieuze aspect, of vanuit een andere religie werken, die claimen het woord hekserij voor hun deelstroming. Een beetje in de betekenis van het kruidenvrouwtje – in feite de cunning folk waar Hutton over spreekt – mensen dus die zichzelf beslist geen heks noemden. De oorspronkelijke wicca wordt nu vaak gewoon wicca genoemd, of ook met een toevoegsel zoals “Gardnerian wicca” om de verschillen duidelijk te maken.

Er bestaan ook allerlei tussenvormen hierin, zoals mensen die wel met het religieuze aspect aan de gang gaan, maar dat toch hekserij noemen en denken dat dit (in deze vorm) al eeuwenoud is, zich baserend op het feit dat het woord heks al eeuwen bestaat. Uit het bovenstaande zou duidelijk moeten zijn dat dit dus onzin is.

Inversie

De volgende stap in het bestendigen van dit splitsingsproces is zich op dit moment, aan het begin van de 21e eeuw, aan het aftekenen. De nieuw-geclaimde woorden wicca en heks worden meer en meer verbreid, en vinden navolging onder mensen die geen contact hebben met de inwijdingsweg en de opleiding tot priesteres of priester.
Wicca, voor de deelstroming die zich met de religie bezighoudt, en hekserij, voor de deelstroming die zich met natuurmagie bezig houdt, worden als de “correcte” woorden gedefinieerd in boeken en artikelen.
Er komen steeds meer populaire boeken op de markt die zijn geschreven door niet-ingewijden, mensen die geen ervaring met de oorspronkelijke wicca hebben, en die bijdragen aan dit proces. Soms ontbreekt zelfs de meest elementaire kennis rond de geschiedenis van deze stroming zoals op deze pagina te vinden is.
Van degenen die vanuit de oorspronkelijke inwijdingstraditie met wicca c.q. Moderne Hekserij bezig zijn, wordt nu verwacht dat ze de nieuwe betekenissen, die hen zo vanuit de markt worden opgedrongen, ook gaan hanteren…

Er treedt als het ware een omkering op, een inversie – overigens voor occultisten geen onbekend verschijnsel. En zo begint het besef van de wicca als gestalt, als een totaliteit die meer is dan de som der delen, het besef van de mysteriën die in het geheel verborgen liggen, langzaam te vervagen en te vervlakken. Degenen die nu kennismaken met de “wicca” in de vorm van de religieuze deelstroming, denken dat “Gardnerian wicca” of “coven-wicca” een aparte vorm, een afsplitsing, van hun “wicca” is, een soort “wicca-plus”. En degenen die nu kennismaken met “hekserij”, denken dat “Gardnerian witchcraft” een onderverdeling is van “hekserij” in het algemeen… Terwijl het uiteraard omgekeerd is: beide huidige nieuwe vormen zijn voortgekomen uit de oorspronkelijke wicca, en daarmee uiteindelijk uit Gardner’s werk.

 

De toekomst van de Moderne Hekserij

De splitsing die hierboven is uiteengezet, vormt een onderdeel van een populariseringsproces dat je op allerlei gebieden en in alle tijden kunt waarnemen. Een bepaald onderdeel van iets spreekt het grote publiek aan, en dat onderdeel wordt populair en verzelfstandigd, terwijl het oorspronkelijke geheel naar de achtergrond verdwijnt. Op deze manier vinden nieuwe concepten en denkpatronen hun weg binnen de cultuur, worden ze gemeengoed en geaccepteerd. In de context van de wicca zie je dit in onze huidige cultuur gebeuren in de hernieuwde belangstelling voor “het goddelijke” in een vrouwelijke vorm. De Godin. Deze tendens is zelfs in het christendom zichtbaar – het christendom dat natuurlijk ook zelf zo’n proces heeft meegemaakt, namelijk de splitsing tussen het gnostieke christendom, en het kerkelijke christendom. En de andere kant, de hekserige zijde, wordt populair in TV-series als Charmed en Buffy the Vampire Slayer.

Paganisme, Natuurreligie en Natuurmagie

Door de verwarring rond de woorden wicca en hekserij en het herdefiniëringsproces dat zich daarin op dit moment afspeelt, wordt de oorspronkelijke wicca in snel tempo als het ware versluierd of zelfs “onzichtbaar”. Dat wicca iets anders is dan jaarfeesten vieren, en dat Moderne Hekserij iets anders is dan natuurmagie, is niet langer duidelijk uit het gebruik van bepaalde termen. Terwijl er uiteraard heel goede woorden zijn voor de deelgebieden. Natuurreligie of Paganisme is het woord dat prima weergeeft dat je met religie bezig bent en jaarfeesten viert. En Natuurmagie of volksmagie is het woord dat uitstekend aangeeft dat je met spells en charms bezig bent, met kruiden, edelstenen of de pendel. Heel veel van die overgeleverde kennis is folklore, folk – lore, oftewel de “kennis van het volk”, de kennis van de cunning folk en charmers, kennis die van moeder op dochter en van vader op zoon werd overgedragen. Kennis van kruiden, van het weer, hoe een wrat te genezen, enzovoort.

Waarom worden deze bestaande woorden niet gebruikt? Is het menselijke gemakzucht – een woord lenen omdat een nieuw woord bedenken teveel moeite kost? Of leent men een woord omdat je zo als niet-ingewijde toch een beetje bij die groep hoort? Omdat het spannend is om jezelf heks te noemen, zonder je druk te maken of je dat ook wel bent? Zoals Boris ooit zei: Woorden blijven toverspreuken – soms betoveren ze de toehoorder, maar soms betoveren ze uitsluitend onszelf!

Of is er misschien iets kosmisch aan de gang? Is het de sluier van Isis? Heeft de wicca iets samengebracht waar de tijd nog niet rijp voor is? Trekt het wezen, dat zoveel impulsen gegeven heeft aan de ontwikkeling van het vrouwelijke in onze cultuur gedurende de afgelopen eeuw, zich terug om plaats te maken voor iets anders? Gaat de wicca, zoals zoveel inwijdingswegen en mysteriescholen, weer ondergronds? Is het een proces analoog aan de natuur, die eerst een grote hoeveelheid mutaties uitprobeert om daarna in een periode van consolidatie de meest succesvolle te bestendigen? Moet de mysterietraditie ook een dergelijke periode van consolidatie doormaken, waarin het vele kaf van het koren gescheiden wordt en waarna de echt werkzame mysterie-elementen zullen overblijven?

Blessed Be!
Merlin

Leave a Reply