Pathworking met kinderen

Wiccan Rede * Summer 1990 by Morgana Sythove

Ondanks alle verlokkingen van televisie en video vinden kinderen het nog steeds leuk om een goed verhaal te horen. De fantasie van een kind is……fantastisch! Er kan van alles gebeuren: iedere plaats en elke tijd kan een toneel vormen. De wereld van een kind is mijlenver verwijderd van de realiteit van een volwassene. Parallelle werelden zijn niet alleen mogelijk maar vaak zelfs onderdeel van de kinderlijke fantasie. Kinderen kunnen op twee plaatsen tegelijk zijn, ze kunnen zo groot of zo klein zijn als ze willen. De sprookjeswereld is net zo echt als al het andere dat ze kennen.

Wanneer een kind ouder wordt, en de fantasie plaats moet maken voor het intelekt en de rede, wordt de wereld van draken een verre herinnering. In feite volgt het kind de algemene ontwikkeling van de mensheid. Al vanaf het eerste patroon dat een kind kan herkennen (het menselijke gezicht) leert het de wereld om zich heen kennen, zowel intuïtief als intelektueel, ofschoon de huidige maatschappij meer nadruk legt op de intelektuele ontwikkeling.

En als aanhangers van de Oude Religie hopen we dat de ontwikkeling van een kind harmonieus en evenwichtig zal zijn.

Een aantal paganistische geschriften besteedt aandacht aan de opvoeding van kinderen. Er zijn uiteraard veel verschillende opvattingen, maar een algemene tendens is toch wel dat we moeten proberen om de fantasie van een kind ruimte te geven en deze niet te snel beperken door het opdringen van de “volwassen realiteit”.

Een van de methoden die wij als volwassenen om de eigen fantasie opnieuw te doen ontdekken (en wat we later “imaginatie” noemen) is pathworking oftewel geleide fantasie. Via een pathworking kunnen we in kontakt komen met ons “magische”bewustzijn, het niveau van de archetypes en de diepe herinnering. Deze wereld, de wereld van mythologie en legenden, kan veel vertellen over de patronen in de natuur.

Door kinderen verhalen te vertellen, of dat nu verhalen zijn die we uit ons eigen reservoir putten of dat we boeken gebruiken, versterken wat een kind begint aan te voelen, namelijk dat er verschillende lagen in de “realiteit” bestaan. Aanvankelijk is de differentiatie niet erg duidelijk, maar als het kind ouder wordt en zich realiseert dat er een alledaagse realiteit bestaat leert het om de verschillen waar te nemen en om te gaan met de diverse vormen van bewustzijn. Als we in staat zijn om deze groei te begeleiden, in tegenstelling tot het domweg onderdrukken van de fantasie en de innerlijke realiteit, geven we een kind de gelegenheid om evenwichtig op te groeien. Veel volwassenen leven uitsluitend in een harde reële en intellektuele wereld, die voor velen veel te gecompliceerd is om werkelijk begrepen te worden, en waar fantasie en creativiteit geen volwaardige plaats krijgen. Hun fantasie wordt gevoed door tweedehands ervaringen zoals die op TV worden vertoond, en ofschoon de TV informatief, ontspannend en vermakelijk kan zijn, kan het nooit een vervanging worden voor de eigen creatieve imaginatie.

Wanneer we samen met een kind een pathworking doen, geven we het kind de gelegenheid om de eigen archetypische beelden naar boven te laten komen, en om deze beelden te gebruiken op een bijna ordelijke manier. Binnen de pathworking bestaat een vaste structuur. Het vertrekpunt is de eigen omgeving, en het kind gaat door een “deur”, waarna het een andere laag van bewustzijn betreedt. Het kind ontmoet een wezen, een mens of een dier en dit wezen vertelt dan iets of laat iets zien. Dan volgt er een korte periode waarin het kind vrijelijk de innerlijke omgeving kan verkennen, alleen of met de gids die het ontmoet heeft, en tenslotte leidt de ouder het kind terug door de deur, naar de huidige realiteit. Standaars magische procedures, zoals openen en sluiten, het bedanken van de elementen, zijn in een goede pathworking al ingebouwd. Verder kan een kind een speciale naam kiezen, of een speciale button dragen wanneer het “op reis” gaat.

Wanneer we een ritueel met een kind willen doen zijn de bovenstaande gegevens ook van toepassing. Vaak is een pathworking een onderdeel van een ritueel met een kind, en het is belangrijk om een vaste structuur te hebben, zodat het kind herkenningspunten heeft om de eigen positie in het ritueel te kunnen bepalen. Struktuur geeft kinderen een gevoel van zekerheid en de meeste ouders creëren zo’n struktuur automatisch, bijvoorbeeld bij het naar bed gaan. Het geeft de ouders ook de gelegenheid om het kind te begeleiden. Als een kind tijdens een pathworking of een ritueel in slaap valt is het echt niet nodig om het wakker te maken. We vervolgen de pathworking tot het eind en vertellen het kind dan dat de gids het de weg terug zal wijzen, of dat het vanzelf de weg terug zal vinden. In beide gevallen zorgen we ervoor dat het kind niet in de pathworking blijft hangen, maar de weg terug zal aanvangen wanneer het klaar is.

Dat een kind slaapt en geen zichtbare reaktie vertoont is niet belangrijk: via de pathworking (het veranderde bewustzijnsniveau van zowel ouder als kind) en de emotionele band die tussen ouder en het kind bestaat komt de boodschap uitstekend over. Op deze manier leert het kind dat het zelf greep heeft op wat het doet, en dat het hulp van andere wezens (zoals de gids) in kan roepen als het hulp nodig heeft.

Pathworking en rituelen moeten niet te gecompliceerd zijn. We geven slechts het raamwerk aan, en het kind kan dat verder invullen. Woorden die het kind (nog) niet kent werken afleidend. Als een kind iets niet begrijpt en vraagt: “Wat betekent dat?” zul je vlot een ander woord moeten vinden en verder moeten gaan met het verhaal, anders verlies je teveel momentum.

Doe pathworkings ook niet te vaak -ze vragen nogal wat concentratie en soms raakt een kind verveeld. Als een kind erg moe is wil het misschien liever een overbekend verhaal horen. Als een kind rusteloos is of niet verder wil, breng het dan vlot terug langs dezelfde weg. Onthou dat voor kinderen de diepere bewustzijnslagen veel reëler aanvoelen dan voor ons. Als je terugdenkt aan nachtmerries uit je eigen kindertijd weet je precies wat dat betekent. Forceer een kind daarom niet, maar wees behoedzaam en laat het kind zelf aangeven of het verder wil, en of het zich gelukkig voelt met jouw keuzes. Wees ook niet te nieuwsgierig naar wat het kind ziet en meemaakt. Als het je dingen wil vertellen is dat prima, maar onderwerp ze niet aan een kruisverhoor. Veel pathworkings zul je doen vlak voor het slapen en dan zijn ze al half in dromenland! De volgende dag willen ze misschien liever een tekening maken over wat ze beleefd hebben.

De volgende pathworkings zijn voor kleine kinderen (vanaf 4 jaar). In de eerste pathworking begin je bij een deur, die naar een tuin leidt. In de tuin is een hek, dat naar een wei leidt, en aan de andere kant van de wei is een bos. Bouw langzaam het beeld van deze totale plaats op, tijdens meerdere keren. De eerste keer blijf je in de tuin. Een volgende keer kun je het kind de weide laten verkennen. Een andere keer kun je helemaal naar het bos gaan. Na verloop van tijd kun je het ook onder de grond laten kruipen om de wortels van een boom te bekijken.

De pathworkings van Befana gaan over het strand, en de tweede is speciaal voor kinderen die moeite hebben om rustig in te slapen.

Dan volgt een artikel van Désirée over het doen van een ritueel met een kind.

Lezers die ervaring hebben met “kinderen en Wicca” om het maar heel breed te zeggen, worden hierbij uitgenodigd om materiaal in te sturen. Pathworkings, ritueeltjes, maar ook korte beschrijvingen van speciale ervaringen, tips, hints, problemen en oplossingen (hoe vertel ik….) spelletjes, knutselideeën en creatieve bezigheden, enzovoort enzovoort. Ik ben bezig om een bundeltje samen te stellen en het zou leuk zijn als daarin naast pathworkings en rituelen, ook praktische informatie zou komen!


Kleine Vrienden

Morgana

Zorg, voordat de pathworking begint, dat het kind gemakkelijk zit of ligt. Vertel dan:

“Vanavond gaan we een speciale reis maken. Sluit je ogen en luister goed. Voor je kun je een deur zien. Welke kleur heeft die? Rood? Goed. Ga naar de rode deur. Hij is niet erg groot en je kan makkelijk bij de knop. Langzaam open je de deur. Buiten is het een mooie zonnige dag. Je staat in een tuin. Kijk om je heen. Er staan veel mooie bloemen. Rode en witte, gele en oranje. Ruik de lucht. De lucht is vol geuren en bloemen en kruiden.

Als je klaar bent, loop je over het pad van kleine steentjes dat door de tuin gaat. De steentjes kun je onder je voeten voelen. Nu kun je veel meer dingen zien. Kijk naar de grote blauwe bloemen. Voel de blaadjes. Ruik aan de bloemen.

Dan zie je een lieveheersbeestje. Bekijk hem van dichtbij. Hij loopt rond over een blaadje, en dan ziet hij jou ook. “Kom”, zegt-ie, “volg mij”. En plotseling sta je naast het mooie rode beestje. Je bent net zo groot als hij! Opnieuw zegt hij “Volg me, en hij laat je allerlei prachtige dingen zien.

(Pauzeer hier even, zodat het kind de gelegenheid krijgt om te zien wat het lieveheersbeestje wil tonen).

Na een poosje zijn jullie beiden moe. Het lieveheersbeestje wijst naar een tak op de grond waar je op kunt gaan zitten. Je bent zo moe dat je je ogen dicht doet. En als je je ogen weer open doet ben je weer groot geworden. Het lieveheersbeestje is weggegaan. Jij moet nu ook terug. Je zegt nog “Dag” tegen het lieveheersbeestje, waar die nu ook zit. Je loopt terug over het pad met de kleine steentjes. Terug naar de rode deur. Je kijkt nog even om naar de tuin, en gaat dan door de deur. Dan ben je weer thuis.


Naar het bos

Morgana
(ga door de deur en langs het pad zoals boven)

Aan het eind van het pad zie je een hek. Open het hek en doe het netjes achter je dicht. Je staat op een klein zandpaadje. Daarnaast is hoog gras. Dit is een weide. Verderop kun je koeien zien. Dichtbij ligt er ook een koe, onder een grote boom. Ze ligt rustig gras te kauwen. Het moet heerlijk zijn om in het gras te liggen. Maar vandaag ga je verder. Je loopt langs de koeien. Ze zijn te druk bezig met grazen om jou te zien. Je bent nu bij een bos aangekomen. Het voelt koel aan. Je kunt de vogels horen zingen. Het lijkt donker in het bos, maar de vogels klinken erg vrolijk. Dan ga je het bos in. Kijk om je heen. Je ziet een speciale grote steen. Dat kun je makkelijk onthouden: zo kun je de weg later terug vinden.

Je loopt nu verder het bos in. Tussen de bladeren kun je zonnestralen zien. Op de grond liggen dode bladeren. Die voelen zacht aan als je er op loopt. Het pad wordt smaller, maar je kunt het nog wel goed zien. Dan kom je op een open plek. Een klein hert staat stil op de open plek. Je bent heel stil, en dan komt het hertje dichterbij. Het lijkt wel of hij “Hallo” tegen je zegt. Je maakt kennis met hem, en je mag op zijn rug zitten. Het hertje wandelt over de paden en laat je zijn bos zien.

(Pauzeer hier even, zodat het kind de gelegenheid krijgt om te ontdekken wat het hertje hem wil laten zien).

Na een poosje merk je dat het hertje terug is gekomen op de open plek. Je glijdt van zijn rug af en bedankt hem voor de rit. Je zwaait goedendag. Je moet deze plek goed onthouden want het hertje heeft je verteld dat je terug mag komen om met hem te spelen als je dat wilt.

Dan volg je het pad terug, tot aan de speciale steen aan het begin van het bos. Je loopt over de weide, langs de koeien, tot aan het hek van de tuin. Je gaat door het hek. De bloemen in de tuin ruiken nog steeds erg lekker. Dan kom je bij een deur. Ga door de deur. Nu ben je thuis.


Bij de boom

Morgana
(ga door de tuin naar de weide zoals boven)

Op de weide staat een grote boom. Hij is heel oud. Sommige wortels steken boven de grond uit. Je gaat op een wortel zitten. En dan zie je naast je een klein deurtje in de boom. Je besluit om naar binnen te gaan. Je gaat door het deurtje en loopt door een gang onder de boom. Het is niet erg donker. Het ruikt naar aarde. Je wandelt door de gang naar beneden. Je ziet kleine kristalletjes in de wand. Ze lijken wel licht te geven.

Dan staat er plotseling een klein figuurtje voor je: een aardmannetje. Hij gebaart je te volgen. Hij leidt je door de gang. Even verderop kom je in een kleine grot. Hier zijn meer aardmannetjes. Ze lachen en praten met elkaar. Het aardmannetje brengt je naar het midden van de grot. Daar ligt een hoop stenen. Hij pakt er een op en geeft die aan jou. Je gaat zitten. Je kijkt naar de steen, en naar de kristalletjes in de steen. Het lijkt wel of je wegzweeft en dingen van heel ver in de kristallen kunt zien.

(Pauzeer hier even)

Dan wrijf je in je ogen en geeft de steen terug aan het aardmannetje. Hij legt hem terug op de hoop. Hij lacht. Je voelt je erg gelukkig. Dan leidt hij je terug naar het deurtje in de boom. Je zegt: “Dag! Tot ziens”en bedankt hem. Vanaf de oude boom loop je terug. Door het hek de tuin in. En over het pad naar de rode deur. Dan ben je thuis.


De zee

Befana

We gaan een wandeling over het strand maken. Het is een mooie dag. De zon staat hoog aan de hemel. Voel maar hoe hij je verwarmt. Je bent blij dat je nu hier buiten loopt. Je geniet van de warmte op je huid, en de zachte wind die door je haren woelt. Je hoort de zee ruisen en je besluit om die kant op te lopen. In de verte zie je de zee al glinsteren.

Om bij de zee te komen moet je eerst door de duinen heen. Je kijkt waar je de duinen in kan. Plotseling zie je een groen hekje. Even hou je stil en bedenkt of je het niet te warm vindt om die wandeling te maken. (Korte pauze)

Je trekt je schoenen uit. Hé, dat loopt al veel beter. Je voelt het warme zand onder je voeten en tussen je tenen. Nog één duintop en je bent bij het strand.

Voor je huppen twee konijntjes, die je niet schijnen te zien. Ze zijn druk bezig met elkaar en even later verdwijnen ze in een holletje.

Opeens sta je weer voor een hekje. Ditmaal een wit. Om bij het strand te komen moet je ook dit hekje weer openmaken. Nu je zo dicht bij zee bent, ben je niet meer tegen te houden. Je opent het hekje en rent naar de zee. Je spat met je voeten door de golven.

Het water is prachtig blauw en de rollende golven vertonen prachtige witte schuimranden. Je ruikt de typische zilte geur van de zee.

Zoloop je een tijdje door het water.

Je bent helemaal alleen omgeven door strand, zee en duinen. (Korte pauze)

Als je naar de horizon kijkt, zie je de zon langzaam onder gaan. De lucht kleurt hierbij prachtig rood. Je besluit om een plekje te zoeken en daar een tijdje te blijven zitten. Dáár is een mooi plekje. Tegen de duinrand aan. Het is een soort inhammetje, net een leunstoel. Je past er precies in en zo geniet je van alles wat je ziet en hoort. (Korte pauze).

De meeuwen vliegen laag over de zee. Ze zijn druk in de weer om hun avondmaaltje te vergaren. Af en toe hoor je de schrille roep van één van hen.

Achter je hoor je de vogeltjes hun avondliedje zingen. Opeens zie je naast je prachtige schelpen liggen. Je zoekt een paar hele mooie uit en besluit om die mee naar huis te nemen. Zo begin je aan je terugtocht. De zon is nu helemaal in zee gezakt. Je loopt over het strand terug.

Door het witte hekje…langs de struiken met de oranje besjes…Over het zandpad…In de verte zie je het groene hekje alweer. Je gaat wat vlugger lopen. Het is nu al schemer en het wordt steeds stiller om je heen. De meeste vogels zijn al gaan slapen.

Als je bij het groene hekje bent, sla je het zand van je voeten en trek je je schoenen aan. Het hekje trek je achter je dicht, en zo kom je dan weer thuis.

Mooie bijpassende muziek: Land of Enchantment”van Deuter.


Pathworking voor onrustige slapertjes

Befana
Brand hierbij wat kamille en steek een kaarsje aan.

Het is een mooie avond, de lucht is helder. Als je naar boven kijkt zie je al de sterren in al hun pracht. Groot en rond staat daar ook de maan. Het licht dat zij uitstraalt is voor jou als een soort lichtbaken. Het maakt dat je heel duidelijk kunt zien. Als je zo om je heen kijkt ontdek je een pad.

(Korte pauze).

Je loopt het pad op. Om je heen hangt een heerlijke lucht die tintelt in je neus. Het is de kamille die je ruikt. En als je om je heen kijkt zie je ook langs het pad de prachtige witte kamillebloemen met hun gele hartjes staan.

Zo loop je een tijdje, totdat je bij een open plek komt. Hier is het heel vredig. De grond is zacht, en om je heen vliegen wat vuurvliegjes. Je besluit om even uit te rusten. En omdat het zo’n heerlijke plek is en je toch een beetje moe bent ga je erbij liggen. (korte pauze)

Nu je zo ligt kun je de bloemen goed bekijken. Zachtjes waaien ze heen en weer, heen en weer. Het zachte maanlicht schijnt op de witte bloemblaadjes. Op de groene blaadjes, en op de stelen. Je wordt er heel slaperig van.

Op eens denk je dat je iets ziet bewegen tussen de bloemen. Of is het je verbeelding?

Nee hoor, daar zie je opeens heel duidelijk een klein, bijna doorzichtig, maar prachtig wezentje. En daar nog één en daar nog één. Er zijn er een heleboel. Hoewel ze druk in de weer zijn met de bloemen komen sommigen ook jou richting op.

Zo zweven ze een beetje om je heen en als je goed luistert hoor je hoe ze zacht slaapliedjes voor je zingen. Dan komt er eentje heel dicht bij je en heel duidelijk hoor je hoe ze zegt: “Slaap maar, slaap maar, dan dragen wij je zo naar bed. Slaap maar, slaap maar. De plantenelfjes gaan met je mee. En als je lekker inslaapt en morgen weer wakker wordt dan zijn wij weer hier op onze eigen plek.”

Je bent nu heel moe, maar je voelt heel duidelijk hoe heel veel armpjes je terug dragen naar je huis, en uiteindelijk in je eigen bedje neerleggen.


Rituelen doen met kinderen

Desiree

Als je jezelf wel eens afzondert om een ritueel te doen en er is een kind in de buurt, dan komen er algauw vragen. Aangezien het niet nodig is om erg geheimzinnig te doen over waar we mee bezig zijn, kun je aanbieden samen ook zoiets te doen. Uiteindelijk zijn de seizoenen, de aarde, de maan, de zon en de planeten er voor iedereen en beleeft ieder daar op zijn eigen manier altijd een stukje van.

Het vraagt echter van jezelf een gedegen voorbereiding. Je moet van tevoren goed overdenken wat je gaat doen en waarom, en wat je nodig hebt. Het zal in de toekomst niet goed uitwerken als je allerlei, voor een kind geheimzinnige, handelingen verricht. Wat het niet begrijpt zal het op een eigen manier verklaren en je moet erop bedacht zijn dat er misschien met andere kinderen over gepraat wordt. Wat je bij zo’n ritueel doet, moet dus in principe door een kind verder verteld kunnen worden.

Je wilt een kind kennis laten maken met iets van de wereld waar jij mee bezig bent. Het duidelijkst is het dan om een jaarfeest uit te kiezen. Een kind is meestal veel buiten en kan de jaargetijden herkennen. Wat is voor jou de essentie van dat gebeuren? Ga daar maar eerst eens rustig over zitten nadenken.

Wat geldt voor rituelen die je voor jezelf doet en wat zeker geldt voor rituelen die je met je kind doet: houd het eenvoudig en doe alles rustig. Belangrijk is het een goede aparte sfeer op te bouwen op de werkplek. Er moet immers een plezierige herinnering blijven bij het kind. Die sfeer komt er al gauw door kaarsen, een ander kleedje over een tafeltje, rustige muziek, de benodigdheden die je bij elkaar hebt gezet. Denk er om bij wat je doet en wat je neerzet dat het een spannend spel is voor het kind, waarbij emotionele lagen aangesproken worden.

De ideeën die ik hier ga noemen zijn voorbeelden. De geaardheid en interesses van een kind spelen een rol, evenals de leeftijd. Hier ga ik uit van een 10 à 12 jarig kind.

Ik gebruik een hoekje van de zolder, dat ik zelf ook altijd gebruik voor dit doel. Voor deze gelegenheid heb ik een laag tafeltje neergezet met twee zitkussens. Op het tafeltje staan kaarsen, wierookbenodigdheden, water en een steen.

Ik steek de “altaarkaarsen”. Voor de vier windstreken heb ik glazen potjes met waxinelichtjes erin vanwege het brandgevaar op zolder. Als het veilig is kun je natuurlijk kaarsen gebruiken. Die laat ik het kind aansteken en ik zeg daarbij: “In het oosten komt de zon op, in het zuiden staat hij hoog, in het westen gaat hij onder en in het noorden is hij ‘s nachts”. Dit lijkt wat simpel, maar je zult merken dat je voor een kind overal iets bij moet zeggen en aanroepingen doen we uiteraard niet. Je kunt hoogstens zeggen: “Dag oosten, dag zuiden, dag westen, dag noorden”, maar wees voorzichtig.

Ik steek een houtskoolblokje aan, dat in een keteltje ligt, gevuld met aarde uit de tuin. Het kind mag er wierook op strooien. Laat het maar even rustig naar de rook kijken.

“Nu hebben we een goede plaats voor onszelf gemaakt”.

We gaan zitten en blijven even rustig zitten.

Dan vertel ik over de cyclus van de maan, en dat mensen die heel vroeger al net zo zagen, en daar de kalender op afstemden. Ik vertel over de cyclus van de zon, waardoor we de seizoenen hebben. Elke keer neem ik een ander onderwerpje, op het oog iets heel vanzelfsprekends. Ik vertel ook iets over dit speciale jaarfeest, wat er buiten te zien is, welke bloemen er dan zijn. Daarvan staan er ook wat in de vaas. Het kind vertelt zelf ook iets.

Erg gewaardeerd wordt het om een korte pathworking te doen. Ik doe alleen iets waar het kind heen gaat met beschrijving van de weg, een plaats waar het even kan zijn en de terugweg. Er moet op gelet worden dat het kind niet te abrupt terugkomt, maar zeg dat het zijn voeten stevig op de grond voelt, zijn billen op het kussen, alvorens het de ogen weer opent.

Je kunt ook een verhaal vertellen uit de mythologie als het kind daarin geïnteresseerd is. Er bestaat ook een boek met verhalen hoe de sterrenbeelden aan hun naam komen, bijvoorbeeld. Daarna maken we soms allebei een tekening.

Tot slot gaan we samen gezellig iets eten en drinken.

Bij een andere gelegenheid kun je een steen vasthouden en bedenken wat die allemaal beleefd zou kunnen hebben in een lang leven. Ook met een tak en een boom kun je zoiets doen. Ik zoek steeds een aanknopingspunt met de natuur erbij.

Dring een kind niets op. Doe het alleen als het er nadrukkelijk om vraagt en dan ook niet ‘dus’ elke volgende keer weer.

Het is trouwens niet per sé nodig een ritueel met een kind te doen: je kunt ook naar buiten gaan, zeker als er meerdere kinderen zijn. Een picknick houden, een kinderdansje doen, takken verzamelen en daar een patroon van leggen. Zo laat je ze ook de natuur ervaren. Uiteindelijk is het een beleven dat je leven 24 uur per dag doordrenkt. En dat is in de eerste plaats hoe je aan een kind overbrengt wat paganisme voor jou betekent!

Leave a Reply