Wiccan Rede * Spring 1987 by Ronald
Wie door betrokkenheid dan wel interesse in de Oude Religie een duik neemt in de reeds omvangrijke literatuur, welke over deze religie bestaat, zal zich al snel omringd zien door een caleidoscopische veelheid en rijkdom aan opvattingen, rituelen en een onweerlegbaar ijzersterke psychologische onderbouw.
Over het religieuze aspekt is echter slechts weinig, en dan nog uiterst summier, op schrift gesteld. Dit valt overigens niet te verwonderen: immers, de Oude Religie is gehuld in de nevelen van het verleden, slechts sporadisch opgehelderd door de eerste zonnestralen van de toekomst. En iedere religie blijft uiteindelijk een strikt persoonlijke ontmoeting, vaak zelfs een niet mededeelbare ervaring.
Toch is het de mens eigen te onderzoeken, te begrijpen en te vergelijken en zeker een onderwerp als geloof zal niet zelden een punt van discussie zijn. En als anderen het dan al niet ter sprake brengen, hoe vaak word je niet met jezelf geconfronteerd, met twijfels en onzekerheden, zoekend naar de waarheid, jouw waarheid, naar een fundament. En wees blij met deze twijfels want deze houden je wakker en in beweging, voorkomen geestelijke sleur, verstarring en dogmatisme.
Deze wereld kent vele religies, ruwweg in twee hoofdgroepen te onderscheiden, nl. de natuurreligies en de openbaringsreligies. De eenheid van alle religies gaat meestal teloor door de uiterlijke verschijningsvormen en waar o waar staan wij dan, met de God en de Godin, met een natuurreligie temidden van een wereld, cultuur en denken dat geheel door het Christendom als monotheïstische openbaringsreligie werd gevormd? Waar is de waarheid? Wat is nu echt?
Als wij als reizigers bij een glinsterende rivier komen en haar bron willen kennen helpt het ons niets aan de oever te gaan filosoferen over die bron. Ook de woorden van andere reizigers, die beweren van de bron te komen en haar beschrijven zullen ons uiteindelijk niet tevreden kunnen stellen. Ten eerste zullen wij nooit zeker weten of zij inderdaad van die bron komen en last but not least spreken zij elkaar nog her en der tegen ook. Dus rest ons niets anders dan zelf, met een open gemoed de rivier stroomopwaarts te gaan verkennen en te zien waar zij ons brengt. Zo ook met religie! Onder de indruk van de grootsheid en wetmatigheid van onze Aarde en feitelijk van het hele heelal met zijn myriaden verschijningsvormen moeten wij wel erkennen dat er een hoogst intelligente, uiterst creatieve Bron moet zijn, die alles schept of doet ontstaan. Laten wij op weg gaan, stroomopwaarts, en zien hoe dicht wij de Bron van alle leven en bestaan kunnen naderen, ondanks onze menselijke beperkingen.
Mede dankzij onze moderne wetenschap kunnen wij het eerste deel van onze reis snel en zeker afleggen. Biologisch leven op Aarde ontstaat door een samengaan van een positief, mannelijk gevend element en een negatief, vrouwelijk, ontvangend en vormgevend element. Kortom, voor het ontstaan van biologisch leven zijn er twee, afzonderlijk kenbare ‘machten’ nodig, welke door een harmonieus samengaan nieuw leven doen ontstaan. Materie, zij het steen, hout, dier, mens, lucht of wat dan ook, is in principe opgebouwd uit atomen, de grondbouwstenen van alle materie. Ook weten wij hoe deze atomen zijn opgebouwd: een of meerdere positieve kern(en) welke een of meerdere negatieve elektronen naar zich toetrekken en wel zodanig, dat plus en min met elkaar in evenwicht zijn. Dus voor het ontstaan en bestaan van materie in het algemeen zijn er twee, afzonderlijk kenbare ‘.machten’ nodig welke door hun harmonieus samengaan de materie laten bestaan.
Als wij de wetenschap dan vragen waar deze kernen en elektronen vandaan komen begint zij af te haken. Deze ontstaan uit sub-atomaire deeltjes welke voortdurend te voorschijn komen en weer opgaan in een andere dimensie, welke slechts onder de vage benaming van ‘energie’ kenbaar is. Onderkenden wij hierboven eerst ‘biologisch leven’ was dit met opzet, want reeds sinds de oudste tijden vermoedde men, dat materie zelf ook leeft. De wetenschapper van vandaag slaat verbijsterd de beweging van de sub-atomaire deeltjes gade aangezien deze zich gedragen of zij een eigen, vrij willetje bezitten. Al met al komt materie dus voort uit de dimensie der energie. Maar is het zo vreemd of onlogisch deze dimensie van energie als positief, gevend, mannelijk te beschouwen en de dimensie der materie als vrouwelijk, (mater) ontvangend en vormgevend? Voor het ontstaan van een dimensie uit of door een andere zijn dus wederom twee afzonderlijk, kenbare krachten noodzakelijk.
Ook psychologisch, binnen ieder mens zelf zien wij twee afzonderlijk kenbare machten, actief en passief, mannelijk en vrouwelijk aan het werk. Denk aan verstand en gevoel, hoofd en hart, wijsheid en liefde. En wordt de mens niet pas dan een evenwichtig individu, geestelijk evenwichtig en gezond, bij het met elkaar in harmonie brengen van deze twee polen? Was dit ook niet de diepere betekenis van de magische hermetische afbeeldingen van man en vrouw in één lichaam, de hermafrodiet of een twee-hoofdig wezen?
Resumerend zien wij dus dat er twee Machten, twee Polen, een mannelijke en een vrouwelijke, een gevende en een ontvangende/vormgevende, een plus en een min zijn. Twee afzonderlijk kenbare, dus zelfstandige Machten en dat alle materie, alle biologisch leven en zelfs alle dimensies ontstaan en bestaan dankzij een samengaan in harmonie en evenwicht van deze twee Polen. Deze Oer-Polen, die door hun werking alles doen ontstaan en alles doordringen zijn derhalve alomtegenwoordig, eeuwig en almachtig, vanouds eigenschappen Gods! De Bronnen van deze Machten zijn derhalve Goden en zo bereiken wij de grote Realiteit van de God en de Godin! Goddelijke alomtegenwoordigheid, zowel binnen als buiten ons blijkt dus letterlijk waar en begrippen als goddelijke Liefde en Harmonie worden nu, als levend krachtveld tussen de Godin en de God plotseling een levende, bewegende, pulserende en al-doorstromende alom waarneembare realiteit!
Wij vonden de God en de Godin, door hun (samen)werking scheppend, al-doordringend, alomtegenwoordig. Polariteit binnen de dimensie der materie, polariteit voor het ontstaan van de ene dimensie uit de andere. En zeer waarschijnlijk zal polariteit binnen de dimensie van energie eveneens weer bestaan, aangezien voor energie wederom twee polen noodzakelijk zijn. De Oude Religie treedt nu waarschijnlijk voor velen plotseling verrassend logisch, subliem in eenvoud en natuurlijkheid, voor ieder waarneembaar aan het licht. Desondanks zijn wij er hiermede niet. Alle logica ten spijt zal onze cultuur dit Godsbeeld toch als absurd van de hand wijzen dus… was de redenatie wel juist? Als de God en de Godin ZIJN, BESTAAN, dan moet, verborgen of openlijk, het weten hiervan diep in ieder mens aanwezig zijn dus religieus over de wereld waarneembaar. Laten wij derhalve, vanaf onze Bron haar stromen door de wereld volgen. Hierbij beginnen wij met een, noodzakelijkerwijze globale, algemene religieuze geschiedenis der mensheid, waarna wij enkele belangrijke godsdiensten nader zullen beschouwen.
De geschiedenis der mensheid loopt merkwaardig parallel met de levensloop van een mens afzonderlijk. Het eerste religieuze beleven van de mensheid was na een zoekend animisme de aanbidding van de Godin in haar verschijning van Moeder Aarde. De eerste mens was primair ontvankelijk, deed indrukken op en de Maan was als hemel licht belangrijker dan de zon. Zoals bij een pasgeboren baby de moeder het belangrijkste is, trad bij de pas ontstane mensheid de Godin op de voorgrond en was de mens dan ook matriarchaal en gericht op de natuur ingesteld. Toen verscheen de God en Hij trad op de voorgrond, het verstand werd meer en meer ontwikkeld, de mensheid werd vanaf intuïtief-ontvangend verstandelijk, actief onderzoekend, natuurreligie werd een steeds meer geïntellectualiseerde openbaringsreligie, vast gelegd in Heilige Boeken. De Zon werd als hemellicht belangrijker dan de Maan, de mensheid patriarchaal. Het vrij leven temidden van de gehele natuur werd steeds verder verdrongen door een georganiseerde maatschappij van steden. Nu zijn wij aangeland in het heden en denken na over de bedoeling van de Goden voor onze toekomst, de lange weg vanaf tienduizenden jaren geleden naar morgen. De eerste ontwikkeling (gevoel, intuïtie) werd, zoals wij constateerden, duidelijk liefdevol verzorgd door de Godin. Hierna trad zij terug en verzorgde de God de tweede fase van de menselijke ontwikkeling: het intellect. Via de geestelijke puberteit van het materialisme zijn wij nu aangeland in de huidige tijd, waarin overduidelijk enorme veranderingen zich aankondigen. Veelvuldig wordt het Laatste Oordeel of het einde van de wereld geprofeteerd, astrologen zien de dageraad van Aquarius aan de horizon rijzen, kortom, een nieuw tijdperk breekt aan en wat zou, ons geloof in de God en de Godin volgend, logischer zijn dan fase drie te verwachten, dus de terugkeer van de Godin, nu naast de God? En wat zien wij om ons heen kijkend? Bewegingen voor gelijkgerechtigdheid van man en vrouw, gevoelsleven en religie worden weer belangrijker aangezien men op de puur verstandelijke weg vastliep, zowel maatschappelijk als psychologisch. Meer en meer krijgt men weer aandacht voor de rest van de natuur en patriarchaat is geen automatisme meer. De waarden van de Maancycli worden nu wetenschap! Vele andere voorbeelden kan een ieder ongetwijfeld voor zichzelf ontdekken, de conclusie zal steeds het zelfde luiden: de Godin keert overduidelijk terug! Hieruit volgt dan ook weer de duidelijke werking van de twee afzonderlijk kenbare Machten, welke de mensheid gedurende haar bestaan op deze planeet zorgvuldig hebben begeleid, en alles wijst nu op een komend harmonieus samenspel.
Nu gaan wij speuren naar de God en de Godin binnen de grote religies der aarde. Azië maakt het ons wel heel makkelijk met zijn Goden en Godinnen, zijn prachtige Yin-Yang symbool, waar reeds zoveel over is geschreven dat ik mijn weg snel verder kan vervolgen. Ook de Indiaan aanbad (en aanbidt!) de Grote Geest, zijn Vader in de hemel en Moeder Aarde. Ook hier is de vergelijking zo duidelijk dat ik met een sprong over de Atlantische Oceaan de behandeling start van de grote monotheïstische openbaringsreligies. Hier moeten wij beginnen met het Jodendom, aangezien Christendom, Islam en Bahá’i hierin hun wortel vinden. Wij vinden het reeds in de bron: het bijbelse woord God is de vertaling van het Hebreeuwse woord ‘Elohim’. En wij raken meteen de kern, want Elohim is een verzamelnaam, zoals b.v. ons woord familie of gezin. Dus de uiterlijke eenheid is gelegen in een harmonieus samen-doen, zoals gezin betekent Vader, Moeder en kinderen, zoals de schijnbare eenheid van het atoom betekent kern plus elektronen, steeds weer bestaat er de polariteit binnen de eenheid. Verheugd beginnen wij te begrijpen dat de God en de Godin zich aan de oudste profeten gezamenlijk als Eenheid manifesteerden, doch dat daarna de God duidelijk op de voorgrond trad hetgeen, zoals wij reeds eerder zagen, ook noodzakelijk was voor de toenmalige verdere ontwikkeling van het mensdom.
De tot op heden belangrijkste religie is het Christendom, en wel daarvan het Rooms-Katholicisme. Hierin vinden wij de Oude Religie duidelijk terug want een duidelijker symbolisering van de God van leven en dood dan Jezus, die leefde, stierf en weer opstond is nauwelijks denkbaar. De Godin in haar drie aspecten openbaarde zich liefdevol als Maria, de Maagd, de Moeder (van Jezus) en de Wijze Vrouwe (als hemelkoningin). Zij wordt ook feitelijk als Godin beschouwd: met eigen altaren en kapellen en veelvuldig als centrum van innig gebed, (Vergelijk haar eens met de duizenden jaren lang aanbeden Godin Isis, die zich openbaarde als Maagd in haar verblindende schoonheid, als Moeder van de zonnegod Horus en als Wijze Vrouwe als Mysterie-Godin).
Bij de Islam lijkt de God als Allah het duidelijkst op de voorgrond te treden, hoewel… de Godin zich achter de schermen niet onbetuigd liet. Binnen de Islamitische wereld groeiden vooral kunst en cultuur, dus eigenlijk vrouwelijke aspecten, in adembenemende schoonheid tot ongekende hoogte en hoewel de Islamitische kijk op de vrouw voor ons niet acceptabel meer is mogen wij niet vergeten dat de Koran, hun Heilige Boek, de vrouw voor die tijd en in die streek veel meer rechten verleende dan dat zij voor die tijd had gekend. Tenslotte gaf de Godin haar geaardheid mee aan Fatimah, de dochter van de profeet Mohammed. Het symbool van haar beschermende hand wordt nog steeds als amulet veel gedragen.
Het jongste monotheïstische geloof is het Bahá’i geloof, dat zich met grote snelheid over de wereld verspreidt. Hier komt de Godin reeds duidelijker naar voren aangezien deze religie leert de gelijkheid van man en vrouw, samenwerking tussen wetenschap en religie, terwijl in hun bestuursorganen eveneens de patriarchale instelling is verdwenen. Mannen en vrouwen hebben gelijke kansen om te kiezen en gekozen te worden.
Nu zien wij een duidelijk beeld zich ontvouwen; de Oude Religie beperkt zich niet tot slechts 8000 jaar monotheïsme, ziet ook geen strijd tussen natuur- en openbaringsreligies, maar overziet een ontwikkelingsbeeld van miljoenen jaren waarbij de mensheid door de Goden trouw, vol liefde en vertrouwen werd begeleid en ontwikkeld. Ook zien wij hierdoor dat waarlijk wijze heksen anderen echt kunnen helpen binnen welke religie dan ook, want in werkelijkheid is er maar één Religie welke steeds andere aspecten van de ontwikkeling tot een volwaardig en vrij mens belicht. Dok zien wij de krachten van de God en de Godin duidelijk en onmiskenbaar, overal, aldoordringend en als grondvesten van alle zijn. Maar ook zien wij de God en de Godin als twee-eenheid, Goddelijke eigenschappen als Liefde en Harmonie worden plotseling heel levend, als een spanningsveld tussen en als bron van eenheid van de God en de Godin. Wellicht overstijgt dit spanningsveld de Goden en is er toch één Goddelijkheid, of hebben wij nu de Oer-Drieëenheid voor ons? Je ziet, ook met deze zakelijke religieuze verkenningstocht komen wij uit bij een mysterie, dat niet meer begrepen doch slechts beleefd kan worden. Wat wel klaar en duidelijk voor ogen blijft staan zijn de God en de Godin en hun altijd durende werkzaamheid, niet alleen in creatief-scheppende zin, doch ook in het helpen ontwikkelen en vervolmaken van al het ontstane of geschapene.
Ook kunnen wij nu de profeten der openbaringsreligies beter begrijpen die toch zo’n grote rol hebben gespeeld in de geestelijke evolutie der mensheid. Was Boeddha een verlicht mens, Jezus de Zoon van God en Baha’u’llah de Manifestatie van God of waren het mensen zoals wij allen? Profeten waren allen mannelijk, eigenlijk heel logisch aangezien dit het tijdperk van de God was. Wellicht waren zij mensen, die niet meer op Aarde geïncarneerd behoefden te worden doch vrijwillig terug kwamen om de mensheid te helpen. Door hun geestelijke rijpheid (want, laten we eerlijk zijn, het waren hoogst opmerkelijke en indrukwekkende individuen) konden zij de God veel duidelijker manifesteren binnen hun eigen wezen dan de ‘gewone’ mens.
Ik ben mij ervan bewust een zeer rationele benadering te hebben gegeven, die vele mede-heksen en paganisten al evenzeer zal verbazen als monotheïsten en materialisten. Waar wel een benadering, die er bij hoort, als een ven de twee Polen. Wij kunnen nu eenmaal met onze huidige intellectuele ontwikkeling onmogelijk terug naar een pre-historisch stadium en dat is ook de bedoeling niet! Wij zouden dan immers een lange, nuttige en Goden-gewilde ontwikkeling weer teniet trachten te doen. En eeuwige vooruitgang ligt uiteindelijk besloten op onmiskenbare wijze in de spiraal van het bestaan. De andere Pool, de gevoelsmatige, intuïtieve pool beschrijf ik niet omdat deze in essentie onmededeelbaar is. Zoals een deel van de Godin altijd een Mysterie-Godin zal blijven opdat wij nimmer zullen ophouden nieuwe wijsheden en schoonheden te ontdekken en te verwerkelijken. Leven is beleven en dat is uiteindelijk de zin en bedoeling van iedere religie, ook en vooral van de Oude Religie. Laten wij dit dan doen, ‘in perfect love and perfect trust’. Misschien heb ik kunnen bijdragen de ‘perfect trust’ wat meer te onderbouwen en bij anderen de interesse te wekken in de Oude Religie die, reeds sinds onheugelijke tijden, van nature universeel is!
Blessed Be!