Wiccan Rede * Autumn 1982 by Magnus
In Wiccan Rede zijn enkele rituelen beschreven, waarbij aangetekend was, dat ze ongevaarlijk zijn. De vraag kan dan gesteld worden: zijn er rituelen, die gevaarlijk zijn? Wat zijn dan die gevaren? En hoe openbaren zich die gevaren?
Wel, in principe zijn rituelen nooit gevaarlijk voor hen die weten wat ze doen. Dit houdt in, dat degene die de verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van een ritueel geschoold moet zijn in ritueel werk en moet aanvoelen, wanneer er iets fout dreigt te gaan. In ritueel werk moeten zogenaamde veiligheidskleppen worden ingebouwd. Het is beter dat stoom wordt afgeblazen, dan dat de ketel explodeert. In het eerste geval wordt een hoop overtollige energie afgevoerd, in het tweede geval “zit je met de brokken”, niet alleen de ketel is stuk, maar de explosie veroorzaakt veel schade aan de omgeving, soms onherstelbare. Het ritueel werk is te vergelijken met een stoomketel. Allereerst wordt de ketel opgebouwd – het werkterrein wordt afgebakend – wij spreken van het trekken van de Cirkel. Dan wordt de ketel gevuld met water. Wij spreken van het oproepen van de goddelijke aanwezigheid (drawing down the moon, of zoals wij het doen – de belevendiging van de priesteres en priester met de vrouwelijke en mannelijke aspekten van het Goddelijke). De andere aanwezigen zijn ook te beschouwen als het water in de ketel. Dan wordt het water aan de kook gebracht door het vuur dat onder de ketel brandt. Als de stoom, die gevormd wordt niet wordt gebruikt ontstaat overdruk, die afvloeit via veiligheidskleppen. Als die echter geblokkeerd zijn, barst de ketel uit elkaar. In ritueel werk wordt gebruik gemaakt van de energie van alle aanwezigen, om de ketel (de Cirkel) in stand te houden. Het vuur brandend te houden is ook het werk van de aanwezigen. De gerichtheid, het doel van het ritueel, bepaalt de omzettingen die nodig zijn (water in stoom). Meestal is het de Hogepriesteres of Hogepriester die de gang van zaken “in het oog” houden en de veiligheidskleppen hanteren. Het is best mogelijk, dat een gedachte binnenkomt bij iemand in de Cirkel, die niet behoort bij het doel en de zuiverheid van het ritueel. Indien die wordt verwoord en daarmee de gedachtegang van de anderen afleid en beïnvloed kan de zaak uit de hand lopen en dan moet zo iemand in de Cirkel of het gesprek stoppen, of de Cirkel zo snel mogelijk afbreken. Dan is de “stoom van de ketel” en kunnen er geen uitbarstingen ontstaan. Gebeurt dit niet, dan kan het negativisme binnensluipen, de sfeer bederven, gevoelens van ongenoegen, haat, jaloezie en afgunst binnen laten in ons denken en de zuiverheid van de Cirkel bederven. Al dit soort gebeurtenissen heb ik meegemaakt.
Soms hoor je angstaanjagende verhalen over demonische krachten, slechte entiteiten, mensen, die bezeten raken en meer van dat fraais. Het is maar net, wat je je voorstelt, wat je toelaat. Vaak betreft het mensen met ernstige frustraties, die in dit soort zaken geloven en slechte krachten (wat is slecht?) aantrekken. Ik wil niet ontkennen dat er heel nare en vernietigende krachten zijn, maar ik ben er van overtuigd, dat dat altijd krachten zijn, die door mensen worden ontwikkeld. Net zo goed als de magie slecht nog goed is, maar een hulpmiddel in handen van mensen, die er mee kunnen werken, kunnen deze mensen ook goede of kwade ongeziene wezens oproepen en aan hun wil onderwerpen. Ik heb geen ervaringen met kwade ongeziene wezens. Ik geloof, dat wanneer je met een zuivere bedoeling een ritueel uitvoert en de hulp oproept van konstruktieve krachten, dat er geen sprake van is, dat je bang behoeft te zijn voor negatief werkende – demonische – wezens, of wat dan ook. Mensen, die mij verhalen vertellen over dit soort demonische wezens hebben volgens mij een projektie opgeroepen van dingen in hen zelf. En dat ze daar bang voor zijn, begrijp ik best. Het is geen grapje gekonfronteerd te worden met je eigen “zwakke plekken”. Maar je moet er niet bang voor zijn. Niet er voor weglopen. In ieder mens is wel een beerput. En wat daarin aanwezig is, kan je soms verschrikkelijk bang maken of je diep doen schamen. Want in ieder mens huist een moordenaar, een verkrachter, een dief, een leugenaar. We zijn geen volmaakte mensen. We zijn hier op aarde om te leren en dat kunnen we niet zonder fouten te maken. Bovendien slepen we het karma van vele voorgaande levens mee. Al datgene, dat we in de beerput tegenkomen, die onuitgesproken verlangens, die schaamte verwekkende situaties, al die niet vervulde opdrachten, die talenten, die je hebt laten liggen en nu rotten en stinken, moeten eens aan het daglicht gebracht worden. Hoe weerzingwekkend ook – dit is mest, de bevruchte stof voor een nieuwe oogst. Zie het zo. Wees niet bang voor je donkere kelders en je zwarte kamertjes. Daar wordt de transformatie voorbereid.
Als ooit zulke dingen in de Cirkel boven komen, denk dan niet dat het gevaarlijk is. Dat is het niet alleen, als je onvoorbereid in je eentje die duistere gebieden te lijf wil. Als je echter begeleid wordt door iemand, die weet hoe hij/zij zoiets moet aanpakken – die zelf door zo’n proces is gegaan, met volmaakt vertrouwen en volmaakte liefde – dan zal je bemerken, dat de transformatie plaats vindt en er niets gevaarlijks gebeurt. Ben je alleen, dan kan je overrompelt worden door alle nare en afschuwelijke dingen die op je afkomen. Je kunt dan een kracht in jezelf oproepen die zegt “Ik wil dit niet”. Loop niet weg ervoor, maar stel je er tegenover op, met de vaste wil dit te stoppen. Wees er niet bang voor, want het is een deel van jezelf. Kijk ernaar – neem waar – maar laat je niet meeslepen! En gebruik je wil.
Er is veel geschreven over psychische zelfverdediging. Je bent in de gelegenheid daarover te lezen. Maar houdt wel voor ogen dat je alleen aan te vallen bent waar je zelf zwak staat, waar je je onbewust bent van je fouten, je onvolmaaktheid, je geneigdheid. Zorg dat je jezelf kent. Weet wat je zwakke punten zijn, houd daarmee rekening, ook in ritueel werk en er gebeurt je niets; tenzij je anderen benadeelt. Dat wil niet zeggen dat je er niet over praten kunt. Er zijn mensen die best begrijpen waar je het over hebt. En een gesprek met hen, waarin je beiden de zaken op een rijtje kunt zetten, niet bang bent om elkaar aan te raken en met elkaar mee te voelen – zal veel verduidelijken. Oplossingen van problemen moet je zelf tot stand brengen.
De individuele magiër, die alleen werkt, doet dit voor een bepaald doel, dat hij of zij zich stelt. De magiër ontwerpt een ritueel waarmee dat doel bereikt kan worden. Meestal gebruikt hij/zij voorbeelden of richtlijnen, die door anderen zijn gebruikt en past ze aan aan zijn/haar eigen doel, en emotionele toestand. In wezen is dit een onnatuurlijke kunstgreep en brengt in sommige gevallen gevaren met zich mee, vooral als de magiër nog aan het experimenteren is. Maar de magiër is alleen verantwoordelijk voor zichzelf en zijn werk zal alleen resultaten afwerpen als de magiër goed voorbereid is en gezuiverd van lichaam, ziel en geest. Veelal zijn de risico’s aanzienlijk, maar hij of zij is alleen verantwoordelijk voor zichzelf. Als er een fout gemaakt wordt zal hij of zij de kans lopen ziek te worden en niet eerder te herstellen voor hij of zij zich bewust is van wat er verkeerd gegaan is en de fout alsnog herstelt.
Hoe dit werkt weet ik uit eigen ervaring. Ik voerde een ritueel uit binnen de Magische Cirkel. Deze wordt in stand gehouden door je eigen energie. Er gebeurde iets, waardoor ik het ritueel opeens moest afbreken en vergat daarbij de Cirkel op de juiste wijze te bannen (af te breken). Ik werd ziek en ben dat een hele week geweest. Eigenlijk mankeerde ik niets, maar het greep me aan op al mijn zwakke punten. Niets hielp; iets tapte mijn energie af – de Cirkel, die nog steeds in stand was – tot ik me realiseerde, wat er aan de hand was (dat was zeker 10 dagen later). Ik bande de Cirkel en zie het hield akuut op en de volgende morgen was ik weer geheel beter en ging ik weer aan het werk.
Heel anders is het, wanneer er samengewerkt wordt met “partners” in de Cirkel. In dat geval dragen we in de eerste plaats verantwoordelijkheid voor onszelf maar tegelijkertijd voor elkaar. Dat kan alleen, als we heel goed “luisteren” naar elkaar. Ook naar de signalen, de niet uitgesproken tekenen, die onze lichamen uitzenden, en die tekens opvangen en juist weten te vertalen. Zoiets geldt vooral tijdens het rituaal in de Cirkel, maar het geldt ook in alle gevallen, waarin we samen met “partners in de Cirkel” te maken hebben met mensen, die op ons pad komen voor hulp, dat wil zeggen, die we helpen zichzelf te helpen.
Wie met volmaakte liefde en volmaakt vertrouwen – met wijsheid, kennis van zaken, de nodige durf en zwijgzaamheid en met een kinderlijke onbekommerdheid te werk gaat denkt niet aan de gevaren die om de hoek kunnen schuilen. Wie geen negatief denken in het bewustzijn toelaat, trekt ook geen negatieve krachten aan. Alle waarschuwingen ten spijt van mensen die over ervaring beschikken, zijn er geen gevaren voor wie onbevangen is. Als er iets mis zou gaan tijdens een ritueel dan merkt hij of zij dat onmiddellijk en weet intuïtief wat dan gedaan moet worden. Vooral als de rituelen intuïtief aangepast zijn aan hen, die deelnemen, werkt onze intuïtie als veiligheidsklep. Maar wat nu, als we een ritueel in handen krijgen dat ons vreemd is, maar dat ons aantrekt en dat we willen uitvoeren? Wel, allereerst moeten we nagaan, wat de drijfveer is, om het te doen. Is het nieuwsgierigheid? Schieten we er iets mee op, op onze individuele weg naar volmaaktheid? Helpt het onszelf of de wereld of enkele individuen waarmee we ons verbonden voelen met karmische banden? Als we weten waarom we dit ritueel willen uitvoeren is de volgende stap, dat we ons goed realiseren, wat de gevolgen kunnen zijn. Daarna gaan we het ritueel goed bestuderen. Desnoods vertalen we het in eigen woorden. De begrippen die vaak vreemd zijn zullen we door bestudering en oefening ons eigen moeten maken. Daarbij wijs ik er op nooit woorden of begrippen toe te passen die je niet begrijpt.
De fysieke voorbereiding is ook uiterst belangrijk. Het uitzoeken van het juiste moment – in de maancyclus – het planeetuur – is dan aan de orde. Daarna komt de tempel, of de werkplaats, aan de beurt. Vaak wordt een suggestie gegeven, maar je moet weten of die voor jou passend is. Anders moet je op je intuïtie afgaan en zelf je attributen en inrichting kiezen. Is een andere indeling, opstelling, kleding (of geen kleding), sieraden (en welke?), kaarsen, hoeveel, hoe opgesteld en welke kleuren, wierook (welke, en waarom die?) nodig om de vereiste ondersteuning van je gemoedstoestand te bereiken? Meestal zal het de eerste keer niet lukken, omdat vele bijkomstigheden en het de vreemde teksten te veel aandacht vergen. Dan is het nodig de moed en het vertrouwen op te brengen om het opnieuw te proberen, net zo lang tot je voelt dat “het werkt”. Een ieder zal het ritueel op zijn of haar eigen manier ervaren. Gevaren treden alleen op als er angst is en geen vertrouwen in en intense liefde voor de partner(s).
We moeten magie bedrijven met de argeloosheid van een kind, met de verwondering voor het Goddelijke van de natuur en met een uiterst alert zelfbewustzijn. Dan zal “het werk” bijdragen aan het Goddelijk plan”. Het zal ons vreugde en voldoening schenken te mogen samenwerken met de Goden.
Blessed Be.