Heksen en Heiligdommen: Een reis door Groot-Brittannië

Wiccan Rede * Winter 1981 by Karloman

1981_winter_heksen_en_heilligdommen

Maakt gij u op een queeste te maken
Naar de bronnen van verloren wijsheid?
Bedenk wel dat gij weet
Waar gij naar zoekt;
Want wie doelloos doolt
Ziet de einder immer
Terugwijken, hoe ver hij ook gaat.

Uit: Het Abel Spel van  Stinsterloo in de bewerking van K.E. Mensensoone

Het is een misvatting te menen dat een reis begint op het moment, dat men de huisdeur achter zich dichttrekt en op pad gaat. Voor de liefhebbers van het luieren aan zonnige stranden is dat misschien wel zo, maar voor hen die een reis opvatten als een queeste is het ook een geestelijk proces. En daar, in de geest, vangt zo’n reis ook aan, soms vele jaren voor men hem fysiek maakt.

De reis, die ik deze zomer maakte naar de Britse eilanden, begon in feite elf jaar geleden in de tuin van het Lambert ten Kate-huis aan de Amsterdamse Herengracht. Als student-coördinator maakte ik deel uit van een werkgroep, die de heksenvervolging in de Nederlanden in de 16e en 17e eeuw bestudeerde. Het was een prachtig voorjaar en daarom belegden wij onze bijeenkomsten bij voorkeur in de tuin. Onder een stralende hemel verdiepte ik mij voor het eerst in een onderwerp, dat mij sindsdien niet meer los zou laten en ook verder richting zou geven aan mijn belangstelling.

Over de huiveringwekkende massawaan, die in deze periode aan zovele onschuldigen het leven heeft gekost, zijn hele bibliotheken volgeschreven. Hoewel het verband tussen deze obscure vrucht van christelijke onverdraagzaamheid en de Craft, zoals die zich heden ten dage manifesteert, op zijn minst dubieus is, komt men er onwillekeurig toe zich enkele vragen te stellen. Zulke vragen vielen soms geheel buiten het historische onderzoek, maar ze waren bijzonder intrigerend. Het gevolg was een steeds grotere belangstelling voor de hedendaagse Craft. Een eerste aanzet tot dit nieuwe aspect was de bestudering in onze groep van Margaret A. Murray’s ‘The Witchcult in Western Europe’. Dit zo omstreden werk betekende voor mij de eerste kennismaking met een visie op de dageraad van onze beschaving, die van enorme betekenis is geweest voor de ontplooiïng van de Craft in onze era. Langzamerhand rijpte het plan bij mij om naar het Verenigd Koninkrijk te gaan en te trachten om met Britse heksen te spreken over hun fascinerende geloof.

Een reis kun je echter pas maken als je er geestelijk rijp voor bent of om met de psychologie te spreken: als aan alle voorwaarden is voldaan. Nu was er kennelijk aan die voorwaarden voldaaan. Samen met mijn vriend, de yogaleraar Oldewit, vertrok ik kort na de zomerzonnewende voor een van de merkwaardigste reizen die ik ooit gemaakt heb.

Wat wilde ik te weten komen? Waarom wilde ik deze mensen ontmoeten? In de eerste plaats wilde ik oog in oog komen met diegenen, die de Craft in Engeland beoefenen en van henzelf horen wat een praktiserend heks daarover vertelt. Maar ik wilde die mensen ook zien omdat een persoonlijke ontmoeting andere en diepere indrukken pleegt na te laten dan het gedrukte woord. Van tevoren was ik al gewaarschuwd: het is heel moeilijk om met echte heksen in contact te komen. De tamelijk ongezonde belangstelling van de zijde der boulevardpers heeft er mede toe geleid dat de meeste heksen er de voorkeur aan geven anoniem te blijven. Ook al is de Craft meer open dan vroeger, mede door de talrijke periodieken die m.n. in Engeland verschijnen, het blijkt toch lastig om het begrijpelijke wantrouwen dat men t.a.v. een nieuwsgierige vreemdeling koestert te overwinnen. Tenslotte kan elke bezoeker een sensatiejournalist zijn, wiens geschrijf voor de betrokken personen zeer onaangename consequenties kan hebben.

Eén van onze eerste bezoeken gold het Festival for Mind, Body and Spirit, dat gehouden werd in de Olympiahal te Londen. Je kunt het het beste vergelijken met een jaarbeurs op esoterisch gebied. De meest uiteenlopende groepen zijn er vertegenwoordigd. Naast de talrijke stands van centra voor alternatieve geneeskunde en kruidenteelt vind je er ook diverse yogaorganisaties, Rozekruisers, astrologen, tarotleggers, mystieke kunstschilders maar ook de telefonische hulpdienst Benjamin Creme, die de terugkeer van de Wereldleraar (Maitreya) predikt en die ook in ons land actief is, luisterde het festival eveneens met zijn aanwezigheid op. De Findhorngemeenschap uit Schotland had een vrij uitgebreide informatiestand ingericht. Opvallend was het ontbreken van groepen als de Unified Family, en de Scientology (kennelijk houdt de leiding van dit festival er duidelijke criteria op na voor wat betreft de deelnemers). Behalve informatiestands worden er lezingen gegeven en treden er dansgroepen op, terwijl sommige groepen ook demonstraties geven. Hoewel ik iedereen een bezoek aan dit gebeuren kan aanraden (in 1982 wordt het van 19-27 juni in de Olympia in Londen gehouden) is de Craft er nauwlijks vertegenwoordigd. Wel zijn er veel informatiestands, die voor de aanhangers van de Craft interessant zijn. Ik denk hierbij vooral aan de tarot- en astrologiecentra.

Slechts drie kramen kon ik min of meer direct met de Craft in verband brengen. Op de benedenverdieping vond ik o.a. Spook Enterprises (gevestigd 38 Woodfield Avenue, London W5 1PA). Dit is een soort postorderbedrijf op het gebied van magie en witchcraft. Behalve de boeken van eigenares Elizabeth St. George vermeldt de catalogus ook een hele reeks reukwerken. Daarnaast levert Spook Enterprises amuletten, talismans, athames, beelden en kaarsen. Interessant is ook een drietal schriftelijke cursussen over ‘Ritual Magic’, ‘Witchcraft’ en ‘Qabalah’. Deze worden kennelijk niet naar het buitenland opgestuurd, dus als je er in geïnteresseerd bent kun je ze alleen via een Britse relatie bemachtigen (of zèlf ophalen natuurlijk). Over de kwaliteit van deze cursussen kan ik helaas niets meedelen. Mrs. St. George houdt zich volgens eigen zeggen bezig met ‘down to earth Wicca’ en dat heeft tot doel het ontwikkelen van ‘common sense’! Terwijl ik toekeek hoe een blonde jongedame een bezem in elkaar zette kwam een grijsblonde vrouw van onbestemde leeftijd een praatje maken met Mrs. St. George. Mijn blik werd meteen getroffen door het opschrift op haar t-shirt: ‘Is Marian Green A Myth?’ Het kon haast niet missen, dit was één van de mensen die ik hoopte te ontmoeten. Marian is echter een druk bezet persoon, zeker op zulke dagen. Hoewel Quest geen eigen kraam heeft ingericht heeft Marian toch enig materiaal bij zich. Heel interessant is het boekje van Gwenfran Gwernan: ‘Introduction to Witchcraft’, dat in de vorm van vraag en antwoord een goede inleiding op dit onderwerp geeft. Veel gelegenheid om over de Craft te praten was er helaas niet tijdens deze korte ontmoeting temidden van de drukte en het geroezemoes van het festival; maar wat in een goed vat zit verzuurt niet!

Occultique (zie de advertenties in Wiccan Rede) was eveneens vertegenwoordigd. We maakten kennis met de eigenaar John Lovett, die we later nog zouden opzoeken in zijn kleine maar zeer gespecialiseerde winkel in Northampton.

Een zeer kleurrijke figuur is Dusty Miller, die vlak bij de ingang een stalletje met magic wands, wandelstokken en amuletten heeft. Al zijn produkten maakt hij samen met zijn zoon. Dusty’s rappe tong en zijn interessante uitstalling trekken heel wat belangstellenden. De ‘cudgelcraftsmen’ zoals ze zich noemen werken geheel volgens de ‘woodcraftlore of the Old Religion’. Centraal hierbij is de samenwerking met de Dryaden (boomgeesten), die nu d.m.v. de stokken en de wands in staat zijn hun menselijke partners op magische wijze te assisteren. Behandel zijn produkten als vrienden, raadt Dusty zijn klanten aan, en bedenk wel dat je een dryade niet kunt dwingen om iets voor je te doen: het is een vriend, geen slaaf!

De volgende dag hebben wij een afspraak met Maxine Sanders, de Witchqueen van de Alexandrians. Haar residentie, een Londense basement-flat, mag voor een vorstin weinig indrukwekkend zijn, haar charmante persoonlijkheid en koninklijke allure doen je het bescheiden exterieur snel vergeten. Haar kamer is grotendeels gevuld met boeken en haar rituele zwaard heeft een ereplaats aan de wand gekregen. Als we ons aan haar voeten hebben neergezet vraagt ze ons naar onze occulte ervaringen. Hierna ontwikkelt zich een gesprek, waarin Maxine iets over haar opvattingen t.a.v. de Craft onthult. ‘Heksen zijn rebellen, die weten hoe ze in de maatschappij moeten overleven. En de Craft leert ze een goede manier om te leven!’ stelt ze. ‘De training is erg moeilijk, maar voor mij was het de moeite waard.’ Als ik haar vraag welk advies zij iemand zou geven, die zich bij de Craft zou willen aansluiten, antwoordt zij kortaf: ‘Doe het niet!’

Een vreemde reaktie, maar wel begrijpelijk als zij aanduidt hoe zij zelf het geestelijke pad ervaren heeft, dat iedere heks op zijn eigen wijze moet gaan. ‘Het is soms afschuwelijk. Ik huil en ik schreeuw, maar daarnaast voel ik ook vreugde. Het is een uitdaging, maar je moet groeien om het te kunnen dragen. Ik voel me een deel van de Godheid, maar ik ben nog erg klein. Je wordt veel completer en je ervaart je emoties anders als een niet-ingewijde.’

Maxine noemt de Craft een ‘scavenger-religion’, want een heks gebruikt zonder enige scrupule alles wat zij tegenkomt als het maar werkt! Vandaar de eindeloze rij technieken, zoals astrologie, chiromantie en yoga, die in de Craft een plaats gekregen hebben.

Ook over de hedendaagse religie heeft Maxine een uitgesproken mening. ‘Het ontbreekt de godsdiensten aan waardigheid. De mensen willen leiding, maar die krijgen ze niet meer. Een modern priester is een soort sociaal werker geworden, terwijl de gelovigen behoefte hebben aan een leidsman, die hen opdrachten geeft. De Craft geeft die leiding wel: je moet vasten, mediteren en offers brengen als je iets wilt bereiken.’ Als verklaring voor dit tekort schieten van het Christendom noemt zij de paniek, waarin de kerk is geraakt. ‘Het Christendom zou even mooi kunnen zijn als de Craft, wanneer ze haar adeldom zou weten te herwinnen’ vindt Maxine.-

Bepaalde ontwikkelingen in de Craft dragen echter niet de goedkeuring van de Witchqueen. Zo is zij bepaald geen voorstandster van de talrijke bladen, die er momenteel in heksenkringen circuleren. Ze verlagen de Craft volgens haar. Je kunt geen rituelen beschrijven zonder de essentie te schaden.

Ik breng het onderwerp op andere magische tradities. Volgens Maxine heeft b.v. de Order of the Golden Dawn veel van de Craft gestolen en over Aleister Crowley zegt ze kort maar krachtig:’Als hij nu leefde zou hij vervelend zijn!’ Maxine ziet de Craft als een middel om het hoofd te bieden aan de geestelijke depressie, waar de moderne mens aan lijdt. Een depressie die het gevolg is van de TV-verslaving en de behoefte te consumeren, die de mens lui en in geestelijk opzicht gemakzuchtig maken. Een deel van het dienen van de Godin is het trachten anderen gelukkig te maken. De Craft is er echter niet voor de massa, want het is tenslotte een priesterschap.

De waarschuwende vinger wordt echter weer opgeheven als zij zegt:’Hoe meer je leert, hoe meer je nog moet leren want weinig kennis is gevaarlijk!’ Als we het gesprek beëindigen vraagt Maxine nog welke sterrebeelden we hebben. Verbaasd hoort zij dat wij beiden boogschutters zijn. Hoewel die niet direct haar grootste sympathie hebben concludeert zij toch, dat wij voor boogschutters heel aardig zijn. Wij voelen ons uiteraard zeer gevleid!

Ons laatste bezoek in Londen geldt de Atlantis Bookshop in Museumstraat, nabij het Brits Museum. Ook hier weer een uitgebreide collectie boeken op esoterisch gebied. Deze winkel bezit een groot aantal titels op het gebied van de witchcraft en verzorgt ook bestellingen uit het buitenland.

Het eerste heiligdom op onze reis is Stonehenge. Hoe imponerend dit duizenden jaren oude monument ook mag zijn, ik kan me voorstellen, dat Maxine van mening is dat het geen ‘power’ meer bezit. Temidden van kleumende toeristen lopen we over de al te keurig aangelegde paden achter de helaas noodzakelijke hekjes. Misschien was het anders geweest als we de zomerzonnewende hadden kunnen meemaken, wanneer de Orde der Druiden haar zonneritueel volbrengt. Ondanks de kou besluit Oldewit een aquarel te maken, en even later verdringen de toeristen zich rond de in lotushouding gezeten magier, die met stijve blauwe vingers onverdroten door blijft schilderen!

Een geheel ander ervaring zou ons in Glastonbury deelachtig worden. Vriend Oldewit had tijdens een oponthoud in Bristol sterk het gevoel gekregen, dat wij naar Glastonbury moesten gaan, maar hij kon niet zeggen waarom. Aangezien je voorgevoelens beter niet kunt negeren gingen we op deze laatste zaterdag van juni naar het Eiland van Avalon. Het kleine stadje was vol bezoekers en verbaasd informeerden we wat er aan de hand was. Het bleek dat op deze dag de grote Pilgrimage zou worden gehouden, die eenmaal in het jaar in Glastonbury plaats vindt. In lange rijen trekken de priesters en de andere geestelijken door de straten gekleed in de prachtigste gewaden. Een Christelijk feest? De wuivende banieren met heiligenafbeeldingen, de koorknapen en de wierookvaten slingerende priesters wekten wel de indruk.

Het einddoel van de processie is de abdijruïne, waar het graf van koning Arthur ligt. Dat is nu niet te zien, want boven het graf is een altaar geplaatst en hier wordt de godsdienstoefening gehouden, die de bedevaart afsluit. Trouwens Glastonbury bezit nog meer heilige plaatsen: de Chalice Well en de Glastonbury Tor  waar eens koningin Guinevere gevangen gehouden werd. En dan is er nog de Glastonbury Zodiac. Hoe zeer alles ook door christelijke symbolen en mythen is overwoekerd, het is moeilijk de oudere voorchristelijke elementen over het hoofd te zien.

Als wij ‘s avonds door het raam van onze hotelkamer kijken zien we de Tor in het licht van de ondergaande zon. In Glastonbury is de ‘power’ in ieder geval nog niet verdwenen!

Niet ver van Glastonbury ontmoetten wij Thom, die een fraai 17e eeuws landhuis bewoont, dat is opgetrokken uit de brokstukken van het kasteel van koning Angus. Onze gastheer, die in een der zeven oude orden is ingewijd, vertelt ons het een en ander over de mysteriën, die met Glastonbury verband houden. Tijdens het gesprek worden wij er nog eens nadrukkelijk op gewezen dat je de Craft niet al te verstandelijk moet benaderen. Het gevoel is belangrijker dan de logica. Mysteries laten zich niet op wetenschappelijke wijze analyseren. Het zijn woorden die we op onze reis nog wel vaker zullen horen!

‘s Avonds brengt Thom ons naar de plek, waar vaak samenkomsten worden gehouden. Het is een heuvel en hij zegt dat we die moeten beklimmen. Wij moeten maar eens luisteren wat die heuvel ons te zeggen heeft.

Het volgende reisdoel is Cornwall, waar heksen en magie in het volksgeloof nog steeds een grote rol spelen. Uiteraard is dat ook een gevolg van de geïsoleerde ligging van het gebied.

In Shropshire aan de grens met Wales bezochten wij Mrs. B. die tesamen met haar dochter Jill in een klein dorpje een teruggetrokken bestaan leidt. Als wij de woonkeuken binnenkomen zit Jill met twee jonge eendjes op schoot. Zij praat tegen de diertjes. Later blijkt dat zij met alles wat leeft op die manier omgaat. In de plantenkas achter het huis word ik voorgesteld aan haar lievelingen. Het is volstrekt uniek om iemand gade te slaan, voor wie de natuur nog echt leeft, d.w.z. bezield is en die daar op bijna kinderlijke wijze vreugde aan beleeft.

Voor Jill is het echter een volkomen vanzelfsprekende zaak. Haar moeder is vroeger witchqueen geweest in Zuid-Engeland. Dat heeft haar zelfs haar baan gekost. Een zondagsblad had zoveel aandacht aan haar en haar coven geschonken, dat de directie van de school waar zij als onderwijzeres werkzaam was, besloot om de non-conformistische leerkracht maar te ontslaan. In haar nieuwe woonplaats gaat het gelukkig veel prettiger, vertelt ze glimlachend. Op één van die beruchte Britse dagen, met wind, regen, hagel en sneeuw, zei één van haar buren: ‘Mrs. B, what have you done to the weather?’ ‘Kijk, dat vind ik nou leuk’ zegt ze stralend.

Heel interessant is ook hetgeen zij vriend Oldewit vertelt i.v.m. het gebruik van yogatechnieken in de Craft. Zij vermeldt o.a. dat zij met twee extra chakra’s werkt die zich buiten het fysieke lichaam bevinden.

Jill tekent intussen onze aura’s en haar moeder interpreteert die op haar verzoek. Moeder en dochter vullen elkaar wat betreft hun capaciteiten prachtig aan. Jill ziet veel dingen, die voor anderen verborgen zijn, terwijl haar moeder ze meer aanvoelt.

Hoe voorzichtig een gevorderde heks met haar gaven moet zijn illustreert wel het volgende verhaal. Twee leiders van een spirituele groep wilden Mrs. B. met behulp van handoplegging van haar rugklachten afhelpen of haar pijn trachten te verminderen. Om het proces te stimuleren stelde Mrs. B. zich helemaal open, Het gevolg was dat één der genezers volkomen uit zijn evenwicht raakte en zelfs verlammingsverschijnselen vertoonde.

Voor wij naar Schotland gaan besluiten we eerst een bezoek aan het Eiland Man te brengen. Man bezit niet alleen tradities, die teruggaan tot het viking-tijdvak (zoals de Tynwald-day), maar ook nog vele materiële resten uit haar roemrijke verleden. Zo staat in Castletown Rushen Castle, eens de veste van de heren van Man. Dit stadje is trouwens ook op andere wijze bekend geworden. Het was hier dat Gerald Brousseau Gardner zijn museum over de heksen en hun geloof inrichtte in de nu ruïneuze Witches Mill. Uit nieuwsgierigheid gaan we toch maar even een kijkje nemen. De oude molen is erg verwaarloosd, maar de Luckwishing Well is nog steeds aanwezig. Je kunt inderdaad met enig recht zeggen dat hier de bakermat van de Craft heeft gestaan, want de activiteiten van Gardner hebben zonder twijfel een grote rol gespeeld bij het opbloeien van de Craft in de laatste decennia. Vooral zijn boeken ‘The Meaning of Witchcraft’ en ‘Witchcraft Today’ hebben grote invloed uitgeoefend.

Over de roerige Ierse Zee gaan we terug naar het vasteland. Wij reizen nu verder in noordelijke richting met bestemming Schotland. In Sterling onderbreken we onze tocht even. Hier tracht ik in contact te komen met een Schotse heks. Maxine heeft me echter al gewaarschuwd: ‘In Schotland kom je niet ver! De heksen zijn daar zeer terughoudend, misschien uit angst voor de nog sterke Presbyteriaanse kerk?’ Het gezicht van de Craft in het noorden is in ieder geval grimmiger! Toch probeer ik het. Van mijn contactpersoon heb ik gehoord dat Duncan als kerkorganist de pauzes tussen de psalmen en gezangen opluistert met eigen composities. Het is zijn Book of Shadows, dat hij op muziek gezet heeft. De gemeente luistert dan ademloos naar de devote klanken, volstrekt onkundig van de paganistische achtergrond van de muziek! Ik heb geluk: Duncan is thuis, maar veel verder kom ik niet. Hij heeft geen tijd en trouwens kan hij me slechts één advies geven: ga terug naar je eigen land en vereer de goden, die daar wonen! Kort en bondig.

Hoe wijs deze raad misschien ook mag zijn, we hebben hem maar niet opgevolgd. In plaats daarvan trokken we verder noordwaarts door het ongastvrije maar fascinerende Schotland. Ongemerkt hebben wij het Keltische gebied verlaten. In het uiterste noorden van deHooglanden is de cultuur van oorsprong Scandinavisch. Vanuit het noorden komend koloniseerden de vikingen achtereenvolgens de Far Oer, Shetland, Orkney en de Hebriden. Evenals Man behoorden de Schotse eilanden en delen van de noordkust der Hooglanden tot de Viking-fringe. Het stempel, dat ze op hun nieuwe territoria drukten is op Orkney nog duidelijk te bespeuren. Wie de Magnus kathedraal, de hoofdkerk van deze eilandengroep, binnengaat ziet tot zijn verbazing noormannen in de glas-in-loodramen afgebeeld, terwijl een replica van een vikingschip op het altaar is neergezet. De bewoners mogen dan van geloof veranderd zijn, hun cultuur is onveranderd gebleven. Overigens, de heilige Magnus was ook van zuivere vikingafkomst en verwant aan de noorse koningen en vorsten van IJsland.

Orkney is een boeiend land voor liefhebbers van prehistorische monumenten. Behalve beroemde vindplaatsen als Skara Brae zijn er ook heiligdommen als de Rings of Brodgar (een kring van rechtopstaande, nu zeer verweerde monolithen).  De sfeer van voorbije millennia is nog het meest voelbaar in de grafruimte van Maeshowe Cairn. Ook hier waren de vikingen ons voor geweest. Met hun bijlen hadden zij in runen het relaas van hun tocht in de wand gekerfd. De vloek, die op de verstoring van het graf rustte bleek na vele eeuwen nog even krachtig en hun verhaal vermeldt hoe ze na het verliezen van enkele manschappen terugkeerden naar Maeshowe.

Wij keren nu op onze schreden terug en in snel tempo gaat het nu in zuidelijke richting. In Northampton stappen we nog even uit om Occultique te bezoeken. Het is een kleine winkel, die echter bijzonder gespecialiseerd is. Behalve een keur van boeken heeft eigenaar John Lovett ook een aantal fraaie beelden, diverse kruiden en reukwerken en athame’s en zwaarden in voorraad. Ook verkoopt hij talismans en amuletten en andere ritualia. Jammer is alleen dat zijn winkel te weinig ruimte biedt om de collectie volledig uit te stellen. Voor ons vertrek uit Engeland vraagt één van onze vrienden wat we nu met die reisindrukken willen gaan doen. Ik antwoord dat ik in Nederland een artikel wil gaan schrijven over onze queeste: de ervaringen van een niet-ingewijde, speciaal voor andere niet-ingewijden. Hij knikt enthousiast: op die manier kan de Craft zich verder verspreiden.

Veel van wat we gezien en gehoord hebben moest helaas ongeschreven blijven. Deels door gebrek aan ruimte, deels omdat bepaalde ervaringen moeilijk op schrift te stellen zijn.

Verder nog dit. We hebben met deze reis zeker niet de bedoeling gehad om een nieuwe vorm van toerisme te propageren. Het zou bijzonder vervelend zijn als (aspirant)heksen nu en masse naar Groot-Brittannië zouden oversteken om hen, die daar vaak teruggetrokken de Craft beoefenen, zonder verdere aankondiging of toestemming, te komen bezoeken. Toch kan ik me voorstellen dat sommige lezers van uit een positieve belangstelling een soortgelijke reis zouden willen maken. Hen raad ik aan contact met mij op te nemen. Oprechte zoekers zou ik bij de voorbereiding van hun queeste eventueel willen helpen en op hun tocht vergezellen. Je kunt me dan schrijven: Postbus 71173, 1008 BD Amsterdam.

Tot mijn Britse vrienden en vriendinnen, die deze reis tot zo’n onvergetelijke ervaring gemaakt hebben, zou ik willen zeggen:

Merry Meet, Merry Part, and Merry Meet Again!
Blessed Be!

Leave a Reply