maar je wist misschien niet hoe…
Wiccan Rede * Autumn 1987 by Jana
“Willen, weten, durven, zwijgen”, luidt een bekend gezegde in de magie. En een heks belooft bij de inwijding “dat ik de geheimen van de kunst altijd zal bewaren en nooit zal onthullen, behalve aan een eerbaar mens, die terdege is voorbereid, en binnen een cirkel als waarin ik nu sta”.
De meeste heksen willen niet als zodanig bekend staan bij buren en collega’s en vaak weten ook vrienden en familie niet af van de religie van een heks. Toch zijn er gelegenheden waarbij je wat wilt vertellen over je geloof. Het onderwerp kan bijvoorbeeld ter sprake komen naar aanleiding van een televisieprogramma of een symbool dat je draagt. Het is goed om van te voren na te denken over wat je zou kunnen en willen zeggen. En het hangt van de omstandigheden af of je (op dat moment) iets vertelt of niet.
Laat ik vooropstellen dat er een aantal dingen niet verteld kunnen, of mogen, worden: de mysteries, de rituelen, magische technieken, namen van andere heksen. Als je bent ingewijd, heb je beloftes gedaan waaraan je je moet houden. Maar nog afgezien daarvan: sommige dingen laten zich gewoon niet in woorden vangen.
Magie is helemaal een moeilijk onderwerp. Als je er zelf ervaring mee hebt, kun je misschien een simpel voorbeeld geven. Risico blijft dat de toehoorder toch niet gelooft dat het werkt. (Of juist wel, en dan op eigen houtje wat gaat uitproberen!) Een goede reden om te zwijgen is ook is ook als je zeker weet dat je nieuwsgierige collega het in vertrouwen vertelde verhaal toch zal gaan rondbazuinen. Je kunt in zo’n geval een vraag beantwoorden met een grapje, hem gelijk geven als hij gekke dingen beweert of wat er dan ook bij je opkomt. Jij maakt uit wat je vertelt en aan wie. Je kunt beter te weinig vertellen dan te veel. Meestal voel je wel wanneer je beter niets kunt zeggen. Laat je maar leiden door je intuïtie.
Ik ben een heks, een heiden. En daar ben ik best trots op. Mede daarom draag ik ook in het openbaar een pentagram als halssieraad. Er wordt wel eens gevraagd wat dat symbool betekent. De eerste keer gebeurde dit op de verjaardag van mijn vriendin S. Zij is ook een heks en draagt een zeer opvallend pentagram. Een andere gast zag ons beiden hetzelfde symbool dragen en trok de conclusie dat deze ster een bepaalde betekenis had. Ze wilde weten welke die betekenis was. Omdat het meisje serieus geïnteresseerd was, hebben mijn vriendin en ik een uitleg gegeven.
Vertel maar eens, onvoorbereid, in een paar zinnen wat de Wicca is! Wel: “Het pentagram is voor ons een religieus symbool, maar het heeft meerdere betekenissen. Je kunt er bijvoorbeeld een mens in zien, met gespreide armen en benen. Het is ook het symbool van het element aarde, al bekend in de Griekse oudheid. Die filosofie tref je ook heden ten dage wel aan. En veel mensen zijn bekend met de tarot en daar komt het pentagram voor als symbool van het aardse, het materiële. Voor ons staat het pentagram voor onze religie, de Wicca. Dat is, zeg maar, de oudste voorchristelijke religie, die nu vooral in Engeland weer veel aanhangers heeft. We geloven in de Godin en haar partner, de God. Zij symboliseren de natuurkrachten, de vrouwelijke en mannelijke energieën. We vieren jaarfeesten, die het begin en hoogtepunt van elk seizoen markeren. Je hebt misschien wel eens gehoord van 1 mei en Hallowe’en, dat is ons Nieuwjaar. En bijvoorbeeld Lammas, dat is het oogstfeest op 1 augustus. Behalve het religieuze aspect speelt bij ons magie een rol. Dat is het, met behulp van de krachten uit de natuur, doen van genezen van mensen, bijvoorbeeld. Wij worden ook wel heksen genoemd, net als de kruidenvrouwtjes van vroeger. Wij hebben geen heilig boek en geen grote leiders of profeten. De meeste mensen werken alleen of in kleine groepen en iedereen is priester of priesteres, want we zoeken zelf contact met de goden. Er is één regel in de Wicca: doe wat je wilt, mits het niemand schaadt. Ikzelf had die leefregel al voor ik ooit van Wicca gehoord had”.
Na nog enkele vragen die we konden beantwoorden, stelde het meisje nog een vraag waar we zo snel geen antwoord op hadden: “Een heks is dus iemand die goede dingen doet, maar waarom dan zo geheimzinnig? Waarom hoor je nooit iets over heksen, waarom vertellen jullie niet aan iedereen dat het een religie is?” Ja, waarom eigenlijk niet? Misschien omdat we weten van Petra, die zich door een landelijk ochtendblad liet interviewen in 1982. Haar naam, woonplaats en foto stonden erbij. Ze werd ontslagen door het bejaardenhuis waar ze werkte. Men wilde geen heks in dienst hebben. In het buitenland (Engeland, VS, Duitsland) worden ook mensen ontslagen of uit het ouderlijke huis gezet vanwege hun heks-zijn. Ruiten worden ingegooid, huizen besmeurd; mensen worden bedreigd.
Ook in Nederland worden soms leden van bevolkingsgroepen (Turken, homo’s – ik noem er een paar) lastiggevallen vanwege hun anders zijn. Reden genoeg om niet de eerste te willen zijn die op televisie komt uitleggen wat heksen zijn en doen. Ik althans heb bedankt voor de eer. Het woord ‘heks’ wordt nog met zoveel enge en negatieve dingen geassocieerd, en al zo lang; de vooroordelen zullen waarschijnlijk niet als sneeuw voor de zon verdwijnen als iemand op televisie of in de krant vertelt dat de tegenwoordige heksen heel gewone en aardige mensen zijn. Als je aan vrienden en kennissen persoonlijk je verhaal doet, zullen ze meer openstaan voor wat je hebt te vertellen en je hebt een betere kans het uit te leggen.
Het bovenstaande verhaal gebruik ik nog steeds als iemand wat over mijn religie wil weten. Soms is het echter voldoende om uitleg te geven over de betekenis van het pentagram zelf. Zoals Morgana uitlegt in Wiccan Rede van winter 1985, staat het pentagram voor de vier elementen en het vijfde, verbindende, element ‘geest’. Essentie van de hekserij is te leren omgaan met die vier elementen en ze te leren beheersen. Je zou kunnen vertellen over de associaties van de elementen met de seizoenen, je kunt vertellen hoe allerlei eigenschappen kunnen worden ondergebracht bij een van die elementen en je kunt zelfs verwijzen naar de encyclopedie, onder ‘Aristoteles’.
En wie weet wat een ander jou nog kan vertellen. Een Marokkaanse collega heeft me eens me eens uitgelegd dat de vijfpuntige ster in de Islam staat voor de ‘vijf zuilen van het geloof’. Dit zijn de religieuze plichten van de Moslim: de geloofsbelijdenis, het rituele gebed, de religieuze belasting (oorspronkelijk het geven van aalmoezen), de pelgrimstocht naar Mekka en het vasten in de maand Ramadan.
Veel mensen vragen of ik in Israël geweest ben en heel kenmerkend is het volgende (waargebeurde: S was erbij) cafégesprek: “Ik wil met jullie praten over dat symbool. Ik heb hetzelfde geloof, dat wil zeggen, mijn ouders hebben dat en ik heb er problemen mee”. S. en ik schrokken een beetje en keken elkaar eens aan en vroegen toen eerst maar: ” welk geloof is dat dan? Wat ben je?” “Nou, Joods”.
“Ja, maar dit is toch geen Davidsster. Die heeft zes punten en deze maar vijf.”
“Wat maakt dat nou uit!”.
Mijn ervaring is dat als ik iemand iets vertel over de Wicca (als die ander daarvoor belangstelling heeft getoond), dat er dan hele leuke gesprekken ontstaan. Ik moet wel veel uitleggen, omdat het onderwerp zo onbekend is, maar het wordt serieus genomen. Het gekke is alleen dat er maar heel weinig mensen die belangstelling tonen. Religie is een onderwerp dat lang niet iedereen aanspreekt (en wie aangesloten is bij een bij een bepaalde godsdienst, zal misschien vooroordelen hebben jegens andere religies). En heksen, wie praat daar nu over! Mijn hele boekenkast staat vol met heksenboeken, zoals de rugtitels duidelijk aangeven. Er hangt een prachtige heksenpop en aan de wand een maandkalender. Niemand ziet het, behalve de mensen die er zelf mee bezig zijn. Ervaring is ook dat je het verhaal niet moet opdringen aan de mensen die er geen belangstelling voor hebben.
Even op een rijtje wat voor situaties zich kunnen voordoen en hoe je zou kunnen reageren:
- Een vervelende buurman vraagt je of het symbool van de Olympische spelen is. Zeg: ja.
- Aan de lunch, in de kantine, met al je collega’s erbij, vraagt een nieuweling of die ster iets betekent. Afhankelijk van wat je van die persoon zeg je “ik vind het gewoon mooi”, of “dat is een heel verhaal. Vind je het goed als ik je dat een andere keer vertel?”
- Je zit in een café tegenover een man die aan de leestafel zit, en de Nieuwe Revu doorbladert, waarin een foto staat van heksen met een pentagram als sieraad. Hij kijkt op en ziet jou pentagram. “Hé, ben jij een heks? Kun je ook vliegen op een bezem?” Zeg “ja, maar tegenwoordig gebruiken we bezems met straalaandrijving”. Variant hierop: “Kun je ook toveren? “Natuurlijk. Iedereen kan toch toveren… met een eitje”. Of: “Alleen van negen tot vijf”. Of suggereer dat hij het artikel ook leest.
- Er is een heks op de TV geweest. Op de voetbalclub praten ze er over na. Als je het programma zelf gezien hebt, weet je wat erin gezegd werd en hoe. Als mensen dan toch het satanisme erbij halen kun je zeggen dat dat er toch niets mee te maken heeft. Het is algemeen bekend dat heksen niets met de duivel hebben. Je hebt er immers in de Viva al zo vaak over gelezen!
- Je ouders weten van je interesse in hekserij. Ze maken zich bezorgd over je, omdat ze niet weten wat hekserij is. Leg uit wat het is, vraag ze het niet te begrijpen, geef ze wat te lezen. Twijgen uit de Bezem is weer herdrukt, ikzelf gebruik ook wel een vertaling van een paar hoofdstukken uit “a History of Witchcraft’ van J.B. Russell en er komen boeken aan in het Nederlands. Heel goed zou zijn; The Life and Times of a Modern Witch, van Janet en Stewart Farrar. Of het artikel in Bres nr.120 van Merlin. Belangstellende kunnen via de redactie een lijst opvragen van Nederlandse literatuur/ tijdschriftartikelen (postzegel bijsluiten svp.)
- Als je in een boekhandel een boek doorbladert over hekserij, word je aangesproken door een vrouw die vertelt hoe gevaarlijk hekserij eigenlijk is. Zeg dat ze zich vergist, of haal je schouders op. Verspilde moeite om in discussie te gaan. Je hoeft je niet te verdedigen en je hoeft niemand te bekeren.
- Die nieuwe collega komt nog een keer terug op het onderwerp. Je hebt in het kort wat verteld en de gele folder meegegeven, maar hij of zij wil het naadje van de kous weten. Geef een boek te leen waar alles instaat. Bij voorkeur natuurlijk een boek waar je het mee eens bent. Veel vragen zul je wel kunnen beantwoorden. Als hij of zij wil weten of je bent ingewijd, vertel je dat op zulke vragen nooit antwoord wordt gegeven. Als hij of zij vraagt naar de dichtstbijzijnde coven, kun je uitleggen dat het, in elk geval in Nederland, zo niet werkt. Vragen waar je geen echt antwoord op wilt geven, kun je met een beetje vindingrijkheid wel ontwijken. Tegenwoordig zijn er wel wat adressen bekend waarnaar je kunt verwijzen. Iemand die echt belangstelling heeft voor Wicca, zal er wel wat moeite voor over hebben om zelf dingen uit te zoeken.
Er zijn ook gelegenheden waarbij je (in familie- of vriendenkring) iets kunt vertellen over het heidendom en de oorsprong van heidense gebruiken. De kerstboom, de terugkeer van het licht, paaseieren en -haas en oogstfeesten zijn wat dat betreft dankbare onderwerpen. Te zijner tijd zou je kunnen laten doorschemeren dat je zelf heiden bent, als je dat wilt. Het kan heel leerzaam zijn om je ideeën te formuleren. Als je er eens over nagedacht hebt, kun je misschien beter reageren als zich zo’n situatie voordoet. Maar misschien kom je tot de conclusie dat je eigenlijk niets wilt vertellen aan een buitenstaander. Je religie is tenslotte een heel intieme aangelegenheid, en daar maak je niet zomaar iedereen deelgenoot van. Vertellen of zwijgen: Doe wat je wilt, mits het niemand schaadt. Uiteraard ook jezelf niet!