De koorden

Wiccan Rede * Spring 1983 by Merlin Sythove

In de serie over de wapens gaan we deze keer verder met de Koorden, na de behandeling van de Bezem en de vier ‘elementaire’ wapens: Athame, Pentakel, Kelk en Staf. In de Koorden vinden we het samenbindende principe terug, dat de vier elementen verenigt.

Door het samenbrengen van de vier elementen ontstaat er iets nieuws, iets dat meer is dan de verzameling van de delen: er ontstaat leven. Door de Koorden worden de elementen tot leven gebracht. Zowel in ons spraakgebruik, als in sprookjes, archetypen, maar ook in ons dagelijkse leven kunnen we deze functie van de Koorden terug vinden. In tegenstelling tot de Athame, Pentakel, Kelk en Staf zijn de Koorden niet bij een van de vier elementen onder te brengen, net zo min trouwens als de Bezem, die we al eerder behandelden. Voor de wapens die we nog zullen behandelen (Gesel, Ketel en Zwaard) is de band met een van de elementen ook niet zo duidelijk.

Een heel mooi voorbeeld van de samenhang tussen het Koord en het Leven vinden we in de navelstreng. Vreemd genoeg wordt dit koord juist doorgesneden bij het begin van het leven. Het doorsnijden van een koord komen we ook bij de dood tegen: zo kennen we het gezegde dat iemands leven aan een – zijden – draad hangt en kan iemands levensdraad worden afgesneden. Tijdens het leven van de mens kunnen we soms een ‘rode draad’ ontwaren, die als leidmotief het leven beïnvloedt. Je hebt mensen die altijd aan de touwtjes schijnen te trekken en anderen die altijd aan het kortste eind trekken. Dit laatste gezegde komt van een oude manier van loten, waarin iedereen een touwtje trok uit een bos draadjes van verschillende lengte. Wie dan aan het kortste eind trok, was … de klos!

Zij die werkelijk aan de touwtjes trekken zijn de Nornen, de Schikgodinnen. Deze Wijze Vrouwen waren bekend met oude gebruiken, goed en kwaad en beoordeelden het lot dat de mensen toeviel. Zelfs de Asen waren aan hen ondergeschikt. Zij sponnen de levensdraad. De oudste van hen was Urd, ‘Lotsbestemming’; de andere twee waren Verdandi en Skuld, respectievelijk Heden en Toekomst.

In sprookjes komen we minder koorden tegen, maar het thema van ‘draden spinnen’ is regelmatig terug te vinden en heeft altijd met slaap, lot en dood te maken. Neem bijvoorbeeld Doornroosje, die in slaap valt na zich geprikt te hebben aan een spinnewiel.

Alle problemen ontstaan als de Koning en de Koningin slechts twaalf van de dertien feeën op het feest ter ere van Doornroosje’s geboorte uitnodigen. De dertiende fee komt  onuitgenodigd  toch en spreekt een vloek uit. Gelukkig kan de twaalfde fee deze vloek nog iets temperen. Maar zoals voorspeld, gaat Doornroosje op haar 15e verjaardag naar de toren en treft daar de dertiende fee aan, die zit te spinnen. Zich van niets bewust wil ze dit ook wel eens proberen, maar ze prikt zich aan het spinnewiel en valt in een diepe slaap, die 100 jaar zal duren. Het hele paleis valt ook in slaap en om het paleis heen groeit een hoge doornhaag, die het slot uit het gezicht ontrekt. Vele jongelingen proberen door de haag heen te komen, maar raken verstrikt in de dorens en sterven. Pas na 100 jaar komt er een koningszoon, die zijn geluk wil beproeven. Hij ziet echter slechts bloeiende struiken waar anderen een doornenhaag zien en komt daar zonder veel problemen doorheen. Uiteindelijk komt hij in de toren aan en kust daar de slapende Doornroosje, die dan ontwaakt. Zoals het hoort, trouwen ze dan en leven nog lang en gelukkig.

In dit sprookje komen we zeer veel verschillende thema’s tegen. De dertien feeën doen ons denken aan de twaalf dierenriemtekens en het ‘verloren’ dertiende teken (zie J. Vogh: The Thirteenth Zodiac, The Sign of Arachne; Mayflower uitgeverij). De dertiende fee aan het spinnewiel en de vervulling van de vloek hebben duidelijk met lotsbestemming te maken. Doornroosje is dan 15 jaar, m.a.w. in de pubertijd. De slapende Doornroosje, een prinses, omgeven door een haag die gewone mensen als een ondoordringbare doornenhaag zien, maar die een koningszoon als een haag van bloeiende struiken ziet, is het laatste beeld. Het gevoel, het vrouwelijke, de intuïtie, die slapend is, is omgeven door een ondoordringbare haag.

Alleen een koningszoon (oftewel een voldoende ver ontwikkeld mannelijk persoon) is in staat om deze haag te zien voor wat zij is en er doorheen te dringen. En dan volgt uiteraard de vereniging van het mannelijke en het vrouwelijke: de Prins en de Prinses.

Tenslotte vinden we de doornenhaag en de bloeiende struiken verenigd in één beeld: de rozenhaag waaraan Doornroosje haar naam dankt. De roos is vanouds altijd een beeld van de liefde geweest en in de Craft is het geloof in hereniging met geliefden in latere levens heel sterk.

Een sprekend voorbeeld van een Koord uit de mythologie vinden we in de mythe van de Draad van Ariadne. De Minotaurus, de Stier van Minos, eiste elk jaar zeven jonge meisjes en zeven jonge mannen als offer. Theseus besluit om de strijd met dit monster aan te binden en Ariadne, die op Theseus verliefd geworden is, geeft hem een bol touw. Zo kan Theseus het doolhof binnendringen en het monster verslaan, zonder hopeloos te verdwalen in het labyrinth.

Als laatste voorbeeld van een koord wil ik nog het zilveren koord noemen, dat het astrale lichaam van de mens bindt aan zijn fysieke lichaam. Dit koord wordt door helderzienden vaak waargenomen tijdens de slaap en tijdens uittredingen. Wanneer de mens sterft, wordt dit koord verbroken. Alhoewel er ook helderzienden zijn die zeggen dat de aanwezigheid van een dergelijk koord sterk persoonsgebonden zou zijn.

Samenvattend zou je kunnen stellen dat koorden en draden overal optreden waar de mens te maken krijgt met de bovenzinnelijke wereld en zijn eigen leven op aarde. Geboorte en dood hangen samen met koorden; leven en lotsbestemming worden gesponnen en in de slaap, de droom en bij uittredingen kennen we het zilveren koord.

Het gebruik van Koorden in de Craft is waarschijnlijk het bekendst uit de inwijdingsceremonie. De postulant is dan op verschillende manieren gebonden, om aan te geven dat zij (of hij) in het dagelijkse leven ook vastgebonden is aan allerlei omstandigheden, zonder zich daarvan bewust te zijn of zich daaruit los te kunnen maken.

Je kunt de postulant in dit stadium vergelijken met de zich verpoppende rups, die in haar gesponnen cocon wacht, hangend aan een draadje, tot de lentezon haar oproept om haar vleugels uit te slaan. Eigenlijk zijn we allemaal begonnen als rupsen, zoekend naar voedsel dat ons bevredigt. En het is aan de Hogepriester en de Hogepriesteres om erop toe te zien dat de rups zich ook werkelijk tot een vlinder kan ontwikkelen, zonder in het labiele stadium van verpoppen door gebrek aan voedsel om te komen.

Tijdens de initiatie rite komen nog meer draden en koorden voor, maar uiteindelijk worden alle koorden losgemaakt; de blinddoek wordt afgenomen en de vlinder kan dan voor het eerst haar vleugels spreiden.

In het begin zijn die vleugels nog zwak en ze moeten ontwikkeld worden. Om de vergelijking nog iets verder door te trekken: zonder behoorlijke training is de kans groot dat ze naar het licht van de kaarsen vliegt en er – net als Icarus – haar vleugels in verbrandt. In de inwijdingsceremonie vertegenwoordigen de Koorden zowel ‘onzichtbare banden’ als de verbinding met het hogere, met je eigen oorsprong met Moeder Aarde en met je  zelfgesponnen  lot.

Een ander gebied binnen de Craft waar de Koorden een belangrijke rol spelen is in de magie. Hier zien we duidelijk een verband met de Nornen, de Schikgodinnen: door middel van de magie probeer je het lot te beïnvloeden en weef je andere paden in je levensloop. Er zijn verschillende manieren om de koorden te gebruiken en de belangrijkste is wel het knopen. De Moira, de griekse Godinnen van het Lot, kenden drie belangrijke momenten in het leven van de mens: Geboorte, Dood en het Huwelijk. Door een trouwceremonie, of ons ‘Handvasten’ worden de levens van twee mensen als het ware met elkaar verknoopt.

We kennen allemaal de ‘magische’ werking van een knoop in je zakdoek; er is veel overeenkomst tussen dit triviale voorbeeld en het werken met de Koorden in de Craft.

Door op een speciale manier in een speciaal koord knopen te leggen, ‘bind’ je als het ware je wens, je verlangen. Je verbindt het met je eigen leven en trekt op die manier dingen aan. Concentratie is hiervoor erg belangrijk. Daarnaast spelen kleuren ook een belangrijke rol. Zo kun je zwart gebruiken voor het ‘vastbinden’ van negatieve invloeden, zodat ze hun werking verliezen; groen voor groei en ontwikkeling; oranje voor geluk, voorspoed en welstand; enzovoort. Het is een fascinerend aspect van de Craft, dat vaak onderschat wordt. Misschien omdat het bij de zgn. ‘lage magie’ thuishoort?

Een andere methode, die op een wat hoger niveau staat, is het gebruik van de Koorden als ‘Levendraad’, als navelstreng. Op deze manier kan een bepaald voorwerp als het ware leven worden ingeblazen, waardoor het zijn werk gaat doen. Dit laatste is overigens niet geheel zonder mogelijke repercussies, want door iets leven te geven ben je er volledig verantwoordelijk voor en het kan een hele taak blijken te zijn om het op een goed moment weer te vernietigen! Zeker niet voor beginners dus.

Overigens moeten we bij de koorden-magie nooit vergeten dat je bezig bent met het levens-element, met het lot en lotsbestemming, zoals hierboven al is aangestipt.

De koorden houden verband met het leven en een prachtig voorbeeld daarvan vinden we in de Meipaal. De kleurige slingers die aan de ring in de top vastzitten, worden in een bijna rituele dans in elkaar gevlochten en jongens en meisjes vermaken zich daarbij uitstekend. Het Meifeest is een vruchtbaarheidsfeest bij uitstek, dat het begin van de lichte, levenshelft van het jaar inluidt.

Wie zich overigens ooit met volksdansen heeft bezig gehouden, of daarvan een voorstelling heeft gezien, zal het opgevallen zijn hoeveel linten en slingers daarbij gebruikt worden! Veel van deze dansen zijn dan ook ‘gewijd’ aan de aarde, aan water, aan het huwelijk e.d. In dit soort feesten spelen de kleuren wit, rood en groen vaak een belangrijke rol: wit voor de schoonheid, de reinheid van het jonge leven, groen voor groei en rood voor de liefde en de hartstocht.

Juist de liefde en de hartstocht vormen de sterkste banden in ons leven en het is te danken aan de liefde van Ariadne voor Theseus dat hij het labyrinth kon betreden.

Ook Doornroosje werd uit haar slaap gewekt door de liefde van de prins, die de rozenhaag herkende voor wat hij was. Wanneer de rups zich helemaal heeft ingesponnen en de dood nabij lijkt, is het de liefde en de warmte van de lentezon die de vlinder tevoorschijn tovert. Koordenmagie? Levensmagie!

Leave a Reply