De Aagtakkers

Wiccan Rede * Autumn 1989 by Boris

In het noorden van de provincie Groningen, tussen de plaatsjes Eenrum en Den Hoorn, ligt een stuk land dat vroeger bekend stond als de Aagt of de Aagt-akkers. Aan deze naam is een geschiedenis verbonden. Lang geleden, zo vertelde men, leefde er een arme boerendochter met de naam Aagt. Als ik zeg arm dan bedoel ik ook echt heel arm: ze had letterlijk niets. Nu lag er daar in de buurt een stuk land dat van niemand was, het was een beetje laag en drassig. Aagt vroeg of zij dit land mocht hebben. Haar dorpsgenoten vonden dit wel goed, maar ze stelden één voorwaarde. Aagt moest een keer door de kerk lopen, de kerk moest vol mensen zitten, en Aagt moest zich spiernaakt uitkleden.

Dat is niet niets, maar Aagt had het ervoor over, ze kreeg haar land, en ze leefde nog lang en gelukkig. Of althans tamelijk gelukkig  want  één  ding  is vreemd: ze is nooit getrouwd. Ze was nu wel rijk, maar niemand wilde haar ten huwelijk vragen. Toen ze stierf werd ze begraven in de kerk van Eenrum, en op haar graf kwam een steen met het volgende gedicht:

Hier begraven ligt Aagt.
Bij haar leven was zij maagd.
En het heeft haar niet berouwd
Dat zij nooit is getrouwd.
Maar het heeft haar wel mishaagd
Dat zij nooit is gevraagd.

De grafsteen is tegenwoordig niet meer te zien, maar hij moet nog altijd ergens onder de kerkvloer zitten. Ervaren vertellers zeggen dan iets als: “Mijn grootvader heeft hem nog gezien!” En het stuk land wordt nog altijd naar Aagt genoemd.

Wat moeten we met zo’n verhaal? Als je aan de gangbare Christelijke opvattingen over naaktheid denkt kan je wel uitsluiten dat de geschiedenis van Aagt zich ooit zo heeft afgespeeld. Geen dominee of pastoor zou zoiets in zijn kerk toelaten.

Iemand die psychologisch geschoold is zal opperen dat het verhaal juist een reaktie is op dit onderdeel van de Christelijke moraal, iets tussen een wensdroom en een protest. Daar zit misschien iets in. Ik denk dat dit wel één van de redenen is waarom men het verhaal is blijven vertellen. Maar of het ook de oorzaak van de legende is? Ik denk het niet.

Verhalen die van generatie op generatie doorverteld worden veranderen met de jaren. Een goed verteller haalt dramatische effekten naar voren. Dingen en toestanden van vroeger die men niet goed meer kent of begrijpt worden bijgewerkt en vervangen door eigentijdse situaties. Toen het Christendom de heersende godsdienst was geworden raakten allerlei heidense begrippen in het vergeetboek. In de verhalen werden heidense priesters soms vervangen door kluizenaars, en tempels en heilige plaatsen door kerken en kloosters. Het Solse Gat was in heidense tijden een belangrijke heilige plaats. In de Christelijke periode vertelde men dat daar “vroeger” een klooster geweest was – en dat leidt weer tot een legende die vertelt waarom het verdwenen is. Zo wordt de overlevering bijgewerkt en uitgebreid.

Ik vermoed dat het verhaal van Aagt er oorspronkelijk ongeveer zó uitzag:

Lang geleden, vóór de tijd van Willebrord en Bonifatius, was er in Eenrum een heilige plaats, een tempel. De priesteres die daar dienst deed stond hoog in aanzien, en als vergoeding voor haar werk had ze recht op de opbrengst van een bepaald stuk land. Dat land was niet het eigendom van een bepaalde familie. Als de priesteres stierf was het niet voor haar erfgenamen maar voor haar opvolgster. Als een priesteres dienst deed moest ze naakt zijn, ook al waren er een heleboel mensen bij. En ze mocht niet trouwen; ze moest levenslang maagd blijven.

Ik geef toe dat ik het verhaal een beetje naar wat ik in de wicca geleerd heb toe schrijf. Maar ik heb nu alle belangrijke punten uit de geschiedenis van Aagt in een verband dat historisch gezien niet helemaal onmogelijk is. Ze moest in zekere zin inderdaad naakt door de “kerk” lopen om haar land te krijgen, en getrouwd is ze nooit.

De naam Aagt is ook geen toeval. Sint Aagt of Sint Agatha is een heilige die in de middeleeuwen erg bekend was. Ze werd vooral aangeroepen in verband met vuur en als beschermster tegen brand. De historische Sint Agatha leefde op Sicilië, waar ze waarschijnlijk in het jaar 251 de marteldood stierf. Haar sluier, die als reliek bewaard bleef, heeft naar men zegt ooit een lavastroom van de Etna tegengehouden.

Sint Agatha’s gedenkdag is vijf februari, en dat verklaart een deel van haar populariteit. De datum sluit aan bij een heidens vuurfeest dat begin februari gevierd werd. Sint Agatha nam op het vasteland van west Europa de plaats in die in Ierland en het Keltische deel van Groot Brittannië werd ingenomen door Sint Brigitta, als opvolgster van de oude godin Brigantia, de godin van het vuur, de dichtkunst en de geneeskunde. Misschien was Aagt van Eenrum oorspronkelijk ook een priesteres van deze godin, die een heilig vuur moest bewaken. Maar dat vertelt de geschiedenis niet.

Wat wel verteld werd is dat er in de buurt van de Aagt-akkers, bij de Hoge Vonder, ‘s nachts soms een witte vrouw gezien werd. Witte wijven, witte (= wetende, wijze) vrouwen in legenden zijn doorgaans een aanwijzing dat er op die plaats vroeger in heidense tijden  een  priesteres  of  een groep priesteressen werkzaam was.

Leave a Reply